Het is geen taal, maar gewoon cultuur

In gesprek met rapper Tads Thots over straattaal, identiteit en cultuur

Tekst en beeld: Danielle Kliwon

De zon schijnt wanneer ik met Tads Thots heb afgesproken. Een warme lentedag, aangenaam. ‘Kunnen we even babbelen over straattaal?’ appte ik hem een paar dagen eerder. Hij is direct enthousiast. Als lid van de SMIB-movement heeft hij natuurlijk een extra binding met taal. De Amsterdamse straattaal, genaamd Smibanese, is vernoemd naar de mannen van SMIB en in 2017 is er zelfs een Smibanese woordenboek verschenen. Wanneer hij aan komt lopen, valt de zon precies op zijn gezicht. Toeval of iets anders? Gado, zo begrijp ik later. Hij komt net uit de studio waar hij werkt aan een video voor zijn pas gereleasede album Anti-Fu – ‘videoclip editen, donderdag gaan we weer shooten, man. Check die shit.’ – en valt meteen met de deur in huis. ‘Weet je wat het is, Daan. Ik ga het je vertellen. Het gaat helemaal niet om taal of om ABN en al die BS. Het is geen taal, maar gewoon cultuur.’

Hij was tien jaar oud toen ik hem leerde kennen. Een stille jongen uit de Bijlmer, vaak op de achtergrond. Kopie van zijn vader: overhemdje, pantalon en af en toe ook een stropdas. Heel anders dan de jonge man die nu tegenover me zit: exuberant, extravert en een tikkeltje extravagant. Tegenwoordig rapt hij over ‘best dressed in die room, al draag ik die ish al een week’. Niet meer op de achtergrond, niet meer stil. ‘Gewoon Tads, toch,’ zo zegt hij zelf. Ik heb nog geen vraag gesteld, maar hij barst al los. Gewoon Tads, ja.

 

Straattaal: ‘angstaanjagende verloedering of bruisende taalvernieuwing?’

‘Nederlandse taal is zo lacking. Mensen zitten gevangen door de woorden die ze gebruiken en door de woorden die missen, terwijl taal bedoeld is om te expressen. Taal is identity en cultuur. De (straat)taal die wij spreken, is de expression van een hele kaolo groep mensen die zich niet eerder kon uitdrukken.’ De taal die hij bedoelt, is het Smibanese: een mengelmoes van Nederlands, Engels, Surinaams, Antilliaans en Arabisch, vol met omkeringen en variaties van bestaande woorden. ‘Angstaanjagende verloedering of bruisende taalvernieuwing?’ schreef Trouw. Voor Tadzio is het gewoon zijn taal. Een taal die ik niet altijd begrijp wanneer ik zijn nummers luister, en dat vertel ik hem ook. Hij moet er om lachen. ‘Mensen verstaan me niet bij die pokoes, maar het verandert niks. Het gaat niet om taal. Het gaat veel dieper. De connectie. De emotie. Het gaat om “ik ken hem, ik begrijp hem”.’ Het gaat om wat je voelt, niet om wat je zegt. ‘“Voel jij wat ik voel?” Dat is toch de diepste connectie die je met elkaar kan hebben? We geven taal gewoon meer waarde.’

 

Biedt de Nederlandse taal dan niet genoeg vrijheid om te voelen?

‘Nederlands staat stil. De flyste Nederlandse woorden komen uit het Engels, Frans en shit. Nederlands is een taal voor oude mensen. Kids praten tegenwoordig met Engelse woorden. Die kunnen zich niet meer uitdrukken in het Nederlands. Ze kunnen wel Nederlands, maar het reflecteert niet meer de emoties van nu. Snap je? Zelfs Anouk strugglede met haar Nederlandse album, omdat ze zich beter kan expressen in het Engels.’

 

‘Jij bent god, god is jou’

Als ik hem vraag hoe het Smibanese tot leven is gekomen, haalt hij zijn schouders op. ‘Is gado, hè.’

God?

‘Niet op een of andere kerk-shit. Maar gewoon gado in jou. Jij bent god, god is jou. Je voelt een nieuwe emotie, je zoekt een woord ervoor. Alles wat jij bent, alles wat je voelt, alles wat in jou zit, is gado. Daar moet je respect voor hebben. Maar ook alles daarbuiten is gado. De zon is ook gado. Maar vooral jij bent gado. Er zijn dus geen regels: ik ken de regels zodat ik weet wat ik niet moet doen en breek de regels omdat ik weet wat ik wel moet doen. Is het ‘dt’, dan schrijf ik ‘d’. Zeg jij ‘A’, dan zeg ik ‘C’.’

 

‘De SMIB-cultuur kent geen regels’

Maar taal heeft regels nodig. Tads is het niet met me eens, maar zegt niets. Taalkundigen zijn bezorgd, vertel ik hem. Er zijn een aantal artikelen geschreven over de verloedering van de Nederlandse taal onder invloed van hiphop. Hij heeft zijn antwoord al klaar voor ik de vraag heb gesteld.

‘Taal verandert. Is een fact. Het is een kwestie van tijd tot Smibanese everyday taal is. Jongeren spreken het en ouderen willen het begrijpen. Hun weten dat nog niet.’ Ik onderbreek hem. Zij weten dat nog niet. Hij barst in lachen uit. ‘Ey, Daan. Hun, zij, wij. Ik had een acht voor Nederlands op de middelbare school. Alles wat wij zeggen is spreektaal, maar we kennen wel het onderscheid. Don’t worry. Als jij mij begrijpt en ik begrijp jou en wij begrijpen elkaar, waarom moet ik dan nog regels volgen? Onze cultuur, de SMIB-cultuur, kent geen regels. We leven los van de perception dat alles volgens bepaalde regels moet. We hebben onze eigen identiteit en conformeren niet meer aan de white man’s perception. Waarom zou onze taal dat dan wel doen? Onze taal is net zozeer een deel van onze cultuur en identiteit als wat we eten, hoe we dressen, is.’

‘Kijk naar alle dialecten binnen Nederland. Smibanese is ook gewoon een dialect. Dat is nog realer dan ABN, want dialect is gewoon van de mensen. Specifically van een bepaalde area. For a fact, je hoort het gelijk, je voelt het ook. Dat is veel realer dan whatever deze taalkundige mannen zeggen.’

Weer die zon in zijn gezicht. Een warme lentedag. Gado?

‘Onze taal is op de man,’ zegt Tads. ‘Real shit.’

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s