Amsterdams erfgoed: een dagje dierentuin

Na het overlijden van mijn opa stelde mijn vader voor een kijkje te nemen in zijn oude werkkamer: misschien kwamen we nog iets leuks tegen. In een versleten en vermolmde boekenkast vond ik twee prentenboeken die waren voortgekomen uit een samenwerkingsproject tussen Verkade en ARTIS met plaatjes van diverse dieren erin: Dierenleven in Artis uit 1939 en Apen en hoefdieren in Artis uit 1940. Het liet me opnieuw beseffen dat ook in roerige tijden het gewone leven nog steeds blijft voortkabbelen.

Tekst // Max van Zon
Beeld // Anne Posthuma & Ronald van Weeren

Hoewel ARTIS natuurlijk altijd aan historische veranderingen onderhevig is geweest, heeft ze zich ook altijd aan haar eigen naam en motto weten te houden: ‘Natura Artis Magistra’, of ‘de natuur is de leermeesteres van de kunst’. Er is geen man die mij meer over haar geschiedenis, toekomst en vooral filosofie kan vertellen dan Erik de Jong, bijzonder hoogleraar Cultuur, Landschap en Natuur aan de Universiteit van Amsterdam. In een historische collegezaal in het park onderwijst hij UvA-studenten over de relatie tussen natuur, cultuur en landschap. Voor ARTIS is hij adviseur en houdt hij zich bezig met allerlei projecten waaronder de parkrestauratie.

Op een regenachtige dinsdagmiddag ontmoeten we Erik op de Papegaaienlaan, bij de ingang van het park. Met een plant in zijn hand vraagt hij mij en de fotografe welke groente we normaal gesproken door de stamppot gooien. We antwoorden beschaamd dat we het niet weten en hij laat ons, geruststellend dat we niet vergiftigd worden, er een hap van nemen: boerenkool. De groente groeit door hetgehele park en geeft de grotere filosofie weer achter de dierentuin: het creëren van een ontmoetingsplek tussen mens, dier en natuur. Vandaag zal Erik ons een interactief kijkje laten nemen in het park.

Park en stad: onlosmakelijk verbonden

Van origine lag vanaf 1682 op de plek van ARTIS het wandelgebied de Plantage, onderdeel van het centrum. Het vormde toen de scheidslijn tussen de grachtengordel en het dok – de havens en pakhuizen. In 1838 werd de Plantage langzaamaan in bezit genomen door wat we nu kennen als Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra, opgericht door een aantal heren uit de gegoede burgerij en steeds verder uitgebreid. In die tijd was het park slechts toegankelijk voor leden. Dat waren niet alleen de allerrijksten, maar ook mensen van de kleine burgerij; arbeiders uit de Jordaan konden het lidmaatschap echter niet bekostigen. Grappig feitje is dat het Vondelpark werd aangelegd omwille van de vraag die ontstond na het verdwijnen van het oude parkgebied. Vanaf omstreeks 1900 werd door onder andere de opkomst van het socialisme het park steeds vaker door de armere Amsterdamse families bezocht.

ARTIS in bloei. Foto ARTIS, Ronald van Weeren
Beeld: Ronald van Weeren

Nadat we al lopend de boerenkool opgeknabbeld hebben, merkt Erik op dat we door een laan lopen die al uit 1682 stamt. Hij wijst naar de Henri Polaklaan in het verlengde van de zogeheten Papagaaienlaan: ‘Een straat in de stad werd een laan in het park. Zodra je in ARTIS de drempel overgaat, stap je in een parkwereld, maar in de stad, waarbij die stad ook altijd voelbaar is. Je bent dus altijd in een bijzondere natuur.’

Die parkwereld is niet alleen interessant voor de ‘gewone’ bezoekers, maar ook voor wetenschappers uit allerlei vakgebieden. Erik ziet het belang ook terug in de geesteswetenschappen. ‘De humaniora konden er op een gegeven moment niet meer onderuit om naar de plek van de mens in relatie tot zijn natuur te kijken. Die natuur, zoals in dit park, wordt continu gevormd door onze menselijke behoeftes. We bestuderen hier de relatie tussen mens en natuur, park en natuur, en natuur en de stad. Dat is een echt vakgebied aan het worden en dijt alleen maar uit: in de psychologie, in de literatuur en de filosofie. Dat wordt ook wel de ‘nature turn’ in de humaniora genoemd. Dat is iets waarom het ARTIS-park zulk mooi studiemateriaal biedt.

Kinderlijke verbeelding

De oprichters van ARTIS wilden een park aanleggen om hun dieren te houden. Mede door hun interesse in zoölogie, maar ook hun interesse in planten en bomen. Het park is daarom een arboretum en herbergt nog steeds enkele van de oudste bomen van Amsterdam. Sommige van deze bomen stammen al uit de achttiende eeuw. Ook was er een museum in het park te vinden met een volkenkundige collectie erin. Het park was dus in allerlei verschillende wetenschappelijke hokjes onderverdeeld. Erik benoemt dat we in een tijdperk leven, het antropoceen, waarbij er weer een enorme behoefte is ontstaan om die verschillende werelden bij elkaar te brengen. Deze holistische insteek wil Erik graag terugzien in ARTIS: een park dat niet meer alleen een dierenpark is.

Tekst loopt door onder foto.

artis-1
Beeld: Anne Posthuma

Ik benoem dat het wel vreemd is dat mijn leeftijdsgenoten en ik bijna nooit meer naar de dierentuin gaan, terwijl uit Eriks verhaal blijkt dat er een filosofie achter een park als ARTIS zit die eigenlijk alle leeftijden aangaat en interesseert. ‘Dat zegt iets over de kinderlijke verbeelding die door de natuur wordt aangesproken. Wanneer we ouder worden lijken we dat op de een of andere manier te verliezen. Maar vanaf het moment dat studenten hier voor een college komen en op een andere manier over de dierentuin horen, zie ik ze soms nog uren ronddwalen. Het is een gek maatschappelijk gegeven dat we dingen zo hebben weggezet. Het is voor iedereen leuk, mooi, grappig en leerzaam.’

De bedoeling van het park is natuurlijk dat je wandelt. Er was een sterk geloof in de negentiende eeuw dat de wandeling het geestelijk intellect stimuleert. Darwin had bij zijn huis in Engeland een ‘denkpad’. Als hij aan het schrijven was en hij kwam er niet uit, dan ging hij wandelen en dat ‘bevrijdde’ zijn geest. Zo kwam hij op allerlei ideeën. Fysieke beweging maakt namelijk iets los, waardoor je tot nieuwe inzichten komt. ‘Net als een museum,’ zeg ik. ‘Ja, je kan het een soort openluchtmuseum noemen,’ grinnikt Erik.

Landschapspijn

We betreden Lemurenland, het verblijf van de rode vari’s. Er zijn hier geen hekken te vinden. Hierdoor word je als het ware onderdeel van hun habitat. Door de regen zijn de meeste diertjes in hoekjes weggekropen om te gaan schuilen, maar we weten toch een drietal te ontwaren. Vanaf dichtbij zien de dieren er een stuk meer benaderbaar uit dan wanneer je ze van ver ommuurd ziet zitten. Hun pluizige vacht doet me bijna aan dat van katachtigen denken, hun ogen vol onbegrip: wat doet dit grote beest in mijn verblijf? Er is een ruimtelijke vrijheid om het dier van verschillende kanten te bekijken. Het verhaal dat er in vroegere tijden kamelen binnen de Rijksacademie, nabij ARTIS, werden gelaten om als studieobjecten te dienen, verbaast me daarom ook minder.

Kunstenaars zijn niet de enigen die inspiratie halen uit het observeren van dieren, deelt Erik me mee. ‘De houding van zo’n dier, zijn ogen, wat voor skelet zit eronder, hoe kijkt het dier naar ons? Dat zijn allemaal inspirerende gegevens. Biomimicry noemt men tegenwoordig het “nadoen” van biologische ideeën uit de natuur.’ Een voorbeeld dat Erik noemt is de neus van de Shinkansen, de hogesnelheidstrein in Japan, die is gebaseerd op de snavel van de ijsvogel.

Sommige wetenschappers maken niet een onderscheid tussen mens en dier, maar spreken over menselijke en niet-menselijke dieren. ‘Anders spreek je al van een soort dualiteit, alsof mensen en dieren tegenover elkaar staan. Maar als wíj menselijke dieren zijn en zíj niet-menselijke dieren, dan zijn we van dezelfde status.’ Erik vertelt dat doordat we ons bewust worden van onze dualistische houding ten opzichte van de natuur, er tegenwoordig een grote behoefte is voor nieuw taalgebruik. Een voorbeeld is het poëtisch klinkende ‘landschapspijn’. ‘Wat mensen aanrichten, zoals bijvoorbeeld in Friesland – waar de grutto’s bijna op uitsterven staan – is men landschapspijn gaan noemen. Er is een pijn aangericht in de status van de natuur en dus ook in de wereld van ons, aangezien ook wíj dieren zijn.’

Maar doen we daar dan ook iets aan? Met het oog op klimaatverandering, maar ook op het ontstaan van landschapspijn is het van groot belang, zelfs noodzakelijk, dat we ons moeten aanpassen. Erik vindt dat ieder mens zich met deze kwestie moet bezighouden, want er is voor iedereen een individuele baat bij het voortbestaan van onze planeet.

Leeuwen in het stadscentrum

In 2015 werd de roofdierengalerij van ARTIS gesloopt, wegens ethische redenen: de katachtigen daar zouden te weinig ruimte hebben. Na de sloop werd op deze plek een nieuw buitenverblijf voor de Aziatische olifanten gebouwd. Wanneer we het verblijf naderen doemen er boven de bomen en struiken gevels van tientallen nu bewoonde pakhuizen op. Dat is dan ook waar het stadsbestuur van 1838 wel een beetje bang voor was. Leeuwen in het stadscentrum, olifanten die de marktjes vertrappelen. Tegenwoordig geeft het juist ARTIS’ visie weer van de ontmoeting tussen de stadse wereld en de natuur.

ARTIS voorjaar. Foto ARTIS, Ronald van Weeren
Beeld: Ronald van Weeren

We sluiten af bij het Artisplein, een openbaar plein, dat ook toegankelijk is voor niet-bezoekers. Er is onder andere een gigantische volière gebouwd waarin een Nederlands polderlandschap in het klein is nagebootst, inclusief typisch Nederlandse vogels zoals ooievaars en lepelaars. Hier is over een aantal jaren ook het Groote Museum te bewonderen, de plek waar vroeger natuurhistorische collecties werden bewaard. Op het moment wordt het gebouw gerestaureerd. Erik is er zeer enthousiast over. Hij wil er niet veel over kwijt, omdat er nog aan gewerkt wordt, maar het museum zal in ieder geval de focus leggen op de relatie tussen mens en natuur. Er zal een tentoonstellingsgedeelte komen en een soort werkplaats, met een ontvangstruimte erin waar lezingen en activiteiten gedaan kunnen worden om het dynamisch en actief te maken. De restauratie moet volgend jaar na de zomer af zijn. Daarna zal het nog even duren om alles in te richten voor het voor bezoekers open kan. Erik kijkt met passie uit naar dat moment: ‘Ik zou het nog wel willen meemaken.’

Geïnteresseerd in de filosofie van ARTIS? Voor vier euro kun je als student van de UvA al een bezoekje wagen.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s