De duizelingwekkende discussie over het verbeteren van de mens

Hoogleraar Filosofie van de geneeskunde Maartje Schermer doet onder andere onderzoek naar human enhancement, in het Nederlands vaak ‘het verbeteren van de mens’ genoemd. Een waanzinnig interessant onderwerp dat zich bevindt op het snijvlak van de geneeskunde en filosofie. Enhancement roept ontzettend veel vragen op. Wat is het precies, en welke vormen hiervan zijn er al mogelijk? Waar ligt de grens tussen genezen en enhancement? Wat zijn de voordelen en de gevaren? En wat houdt morele enhancement in? Over die vragen ga ik met Schermer in gesprek. 

Tekst: Max Rensink /// Beeld: Amanda Vlieger

‘Ik had nooit gedacht dat ik van filosofie mijn werk zou kunnen maken,’ zo vertelt Schermer mij. Het gesprek vindt digitaal plaats, hoewel we ons slechts op enkele kilometers afstand van elkaar bevinden in Amsterdam. Gek genoeg voelt het praten via een scherm onderhand heel natuurlijk – ik heb de afgelopen tien maanden niet anders gedaan.  

Schermer is hoogleraar Filosofie van de geneeskunde bij het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam en voorzitter van de commissie Ethiek en Recht van de Gezondheidsraad. Ze studeerde zowel geneeskunde als filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. De studie geneeskunde was naar haar mening te veel stampen en te weinig verdieping en uitdaging; ze wilde meer nadenken en besloot om zich ook in te schrijven voor de studie filosofie. Na beide studies enkele jaren afgewisseld te hebben, koos ze definitief voor de filosofie toen ze een promotietraject aangeboden kreeg. 

Hoewel Schermer in eerste instantie geneeskunde ging studeren omdat ze mensen wilde helpen, heeft ze nu geen direct patiëntcontact. Half verontschuldigend vertelt ze: ‘Ik moet toegeven dat ik dat nooit echt heb gemist. Het afwisselen van steeds nieuwe onderwerpen in het onderzoek vind ik heel leuk en het onderwijs is erg gevarieerd.’ 

Enhancement

Om het gesprek te openen vraag ik Schermer wat haar definitie van enhancement is. Ze denkt even na en springt dan op van haar stoel. ‘Ik wilde eigenlijk een boekje meenemen, maar dat ligt nog boven. Ik ga het even pakken!’  

Het boekje is zo snel niet te vinden – gelukkig heeft ze het ook helemaal niet nodig. Eenmaal teruggekeerd brandt ze los. ‘De definitie van filosoof Eric Juengst vind ik eigenlijk nog steeds het meest bruikbaar. Globaal is dat: het vermeerderen of verbeteren van menselijke eigenschappen of functies boven wat normaal of gezond is voor die persoon of voor de groep.’ Ze geeft een voorbeeld: ‘Als er een pil zou zijn die met bewezen effect je cognitie flink zou verbeteren, bijvoorbeeld je geheugen of je denkvermogen, zou dat typisch een enhancer zijn. Tegelijkertijd zou ik cosmetische chirurgie ook als een vorm van enhancement zien als het puur om de esthetiek gaat en niet om defecten of misvormingen recht te zetten.’

Als je een beugel hebt, corrigeer je dan een afwijking of voer je een esthetische verbetering uit?

De dunne scheidslijn tussen genezen en verbeteren 

Maar wanneer spreek je van het genezen van een afwijking of een ziekte en wanneer is iets écht alleen verbeteren? Die grens is volgens Schermer enigszins arbitrair: ‘Als je kijkt naar gebitten van mensen, dan zie je op oudere foto’s dat iedereen scheve en gele tanden heeft. Dat was toen normaal, maar nu niet meer. De vraag is: als je nu een beugel hebt, corrigeer je dan een afwijking of voer je een esthetische verbetering uit? Daar is de grens heel dun.’ 

Die grens lijkt afhankelijk van wat we als maatschappij normaal en gezond vinden. Schermer legt uit dat uiterlijk vaak door de sociale norm van de gemeenschap wordt bepaald. Aan de andere kant bepaalt de medisch-wetenschappelijke norm wanneer een afwijking zodanig is dat behandeling gewenst is. ‘Wanneer je vindt dat iets echt een last met zich meebrengt voor mensen, kun je het ziekte noemen. Het is niet zo dat de wetenschap ziektes ontdekt – ik ben geen harde realist in die zin.’ 

Ik moet hierbij denken aan het shift workers sleep syndrome: de ziekte waarbij mensen moeite hebben met slapen wanneer zij veel nachtdiensten draaien. Het is een voorbeeld van het ontstaan van ziekten op basis van de maatschappelijke normen en activiteiten. Als er steeds meer mensen buiten kantooruren en ook ‘s nachts gaan werken, zullen die mensen waarschijnlijk ook slechter slapen: zo kan een aandoening ‘ontstaan’.

Verschillende vormen van enhancement

Ik vertel Schermer dat ik word beziggehouden door de vraag wat precies enhancement is, en wat juist niet. Stel dat je je beter wilt kunnen concentreren. Wat is dan het verschil tussen het drinken van een kop koffie en het nemen van een pilletje? ‘Filosoof Allen Buchanan maakt een onderscheid tussen meer alledaagse enhancement en biomedische enhancement. Er bestaan geheugenkunstenaars die met enorme training een heel goed geheugen kunnen krijgen; dat is misschien enhancement, maar het is geen enhancement waarbij biomedische kennis gebruikt wordt.’ Koffie valt daarmee in de alledaagse categorie, waar bij de ontwikkeling geen biomedische technieken worden gebruikt.

Bij het belang van het onderscheid tussen biomedische enhancement en andere vormen van enhancement plaats ik zelf vraagtekens. Want waarom zijn we extra kritisch op door ons ontwikkelde vormen van interne enhancement – werkzaam in ons lichaam – zoals bijvoorbeeld een concentratie-verbeterende pil, en minder kritisch op de ontwikkeling van het internet of de smartphone? Zijn dat niet bij uitstek ingrijpende en interessante vormen van enhancement? De afgelopen decennia hebben we bijvoorbeeld toegang gekregen tot extreem veel informatie door het internet; in feite is het internet een soort extern supergeheugen. Is het wel terecht om zo’n duidelijk onderscheid te maken tussen deze verschillende soorten enhancement?

Ik deel mijn twijfels. Schermer legt uit dat er op deze stellingname verschillende visies zijn. In het debat over enhancement staan de posthumanisten tegenover de bio-conservatieven. ‘De posthumanisten, die pro-enhancement zijn, vinden het inderdaad niet relevant op welke manier de mens verbetert. Het is voor hen niet belangrijk of een iPhone, die je bijna als een extended memory kan zien, nou binnen of buiten je lichaam is. Dát de mens verbetert is voor hen belangrijk; dat is zelfs een morele plicht.’ Aan de andere kant heb je de bio-conservatieve positie. ‘Voor bio-conservatieven zijn het lichaam en de lichamelijke integriteit van groot belang. De manier waarop het lichaam is geschapen of geëvolueerd is, heeft voor hen een zekere intrinsieke waarde. Zij vinden dat je daar niet te veel aan moet veranderen.’

Daar kun je tegen inbrengen dat de mens continu verandert. Schermer: ‘Ja, ook onze genen veranderen door evolutie. Daarnaast is het een drogreden om te zeggen: dit is zoals het is, dús is het goed. Ziektes zijn in feite ook natuurlijk, en mensen doen soms nare dingen, zoals oorlog voeren.’ 

Maar volgens Schermer zou de discussie niet alleen maar moeten gaan over of iets nou wel of geen enhancement is en van welke soort enhancement sprake is. Er zijn nou eenmaal grijze gebieden. ‘Het benoemen van iets als enhancement is op zich geen moreel oordeel. Je kunt beter rechtstreeks kijken naar of iets goed is of nadelen heeft: is het een enhancement die moreel acceptabel is?’ 

Sleutelen aan genen

Mijn fascinatie voor de discussie rondom enhancement groeit met de minuut. Nadenken over concrete voorbeelden maakt het onderwerp tastbaarder. De gloednieuwe CRISPR-Cas techniek (volledige naam: clustered regularly interspaced palindromic repeats) is zo’n voorbeeld. Het is een DNA-techniek waarbij zeer selectief in een gen geknipt kan worden. Op deze manier kunnen er heel precieze aanpassingen in het DNA worden gedaan. Je kan er bijvoorbeeld bepaalde ziektes mee elimineren in een embryo, zodat een kind die ziektes niet krijgt. Maar tegenstanders wijzen op gevaren: kan dat niet doorslaan? De techniek maakt namelijk meer mogelijk dan alleen het elimineren van ziektes. Willen we dat ouders in de toekomst de oogkleur, het IQ of de muzikaliteit van hun kind kunnen kiezen door specifieke genen te laten knippen?

In 2019 schokte de Chinese arts He Jiankui de wereld door de CRISPR-Cas techniek al toe te passen, tegen de in de wetenschappelijke wereld geldende afspraken in. Hij probeerde een beschermend gen tegen hiv in te bouwen bij embryo’s. Uit het experiment werden uiteindelijk de tweelingzusjes Lulu en Nana geboren. Dat de arts veel te vroeg is geweest, staat voor Schermer buiten kijf. ‘De internationale richtlijnen zijn er duidelijk in dat CRISPR-Cas nog niet in embryo’s gebruikt mag worden. En er is meer op aan te merken, bijvoorbeeld of de ouders wel goed geïnformeerd zijn. Maar ik denk dat áls je met een magisch middel’ – ze zwaait met haar vinger als toverstaf in het rond – ‘resistentie tegen hiv zou kunnen bereiken, dat in beginsel helemaal geen verkeerd idee is. Het doel is niet verkeerd, maar het middel is nu nog te gevaarlijk. En stel dat het zou werken, dan kun je je afvragen of dit de meest praktische techniek is om te gebruiken in de gebieden waar hiv het meeste schade aanricht; een geneesmiddel zou simpeler kunnen zijn.’

Hoewel CRISPR-Cas nog in de kinderschoenen staat, spreekt het enorm tot de verbeelding. In het kader van deze discussie is de bijzondere film Human Nature (sinds kort te vinden op Netflix) over CRISPR-Cas een aanrader.

Internationale regelgeving

Ik leg Schermer voor dat ik het lastig vind dat er altijd individuen zullen zijn, zoals He Jiankui, die de internationale afspraken zullen overtreden. ‘Dat is inderdaad lastig. Die afspraken vallen niet heel hard af te dwingen, hoewel de Chinese arts wel ontslagen en vervolgd is. Maar uiteindelijk kun je nooit tegenhouden dat eenlingen regels zullen overtreden.’

Individuele overtreders zullen er dus altijd zijn. Maar wat zou er gebeuren als een land buiten de afspraken om bewezen werkende enhancers ontwikkelt? Schermer schetst een hypothetische situatie: ‘Stel dat China een middel ontwikkelt dat economisch voordeel geeft en dat mensen harder, beter of slimmer laat werken. Dat zal druk zetten op de rest van de wereld. Europa en Amerika zouden moeten beslissen welke kant ze op willen gaan. Ze zouden kunnen zeggen: als die middelen werken, veilig zijn en onze concurrent gebruikt ze, dan moeten wij onze regels misschien wat versoepelen.’ 

Kwade bedoelingen

Dit raakt voor mij aan een gevaar van alle vormen van enhancement. Want wat gebeurt er als bepaalde landen en regimes, waar de democratische rechtsstaat niet hoog in het vaandel staat, deze technieken ter beschikking krijgen? ‘Ik denk dat dit een terechte zorg is, maar de vraag is wat je vervolgens met zo’n constatering moet. Slechte regimes zullen namelijk alles aangrijpen: die hebben geen enhancement nodig om mensen te martelen en onder druk te zetten. Bij nieuwe technieken wordt er regelmatig gezegd dat die misbruikt zouden kunnen worden. Dat is vaak ook zo, maar de vraag is wanneer iets dusdanig gevaarlijk is voor de wereld dat je dat beter überhaupt niet onderzoekt. Misschien hadden we dat met de atoombom moeten doen. Tegelijkertijd is het een beetje de manier waarop kennis werkt en waarop mensen werken.’ Als iets eenmaal is ontwikkeld, is het lastig dat volledig links te laten liggen.

Als je een volk gedwee en volgzaam wil maken, heb je daar geen CRISPR-Cas voor nodig

De Chinese arts die zijn boekje te buiten ging met CRISPR-Cas is een voorbeeld van hoe het mis kan gaan. ‘Maar de manier waarop je hier misbruik van kan maken is niet zo evident. Het is niet zo dat het heel makkelijk is om stamcellen aan te passen waardoor…’ Schermer aarzelt even. ‘… je een agressief volkje kweekt? Het is niet zo dat je met CRISPR-Cas mensen kunt kweken die precies zo zijn zoals jij ze hebben wilt. En als je een volk gedwee en volgzaam wil maken, dan heb je daar geen CRISPR-Cas voor nodig – kijk naar Noord-Korea. Kennis kan bijna altijd voor goede en slechte doeleinden gebruikt worden. Je kunt beter inzetten op regulering dan op een totaalverbod van kennisontwikkeling.’

Ongelijkheid

Er is volgens Schermer een ander belangrijk argument tegen cognitieve enhancers dat in de literatuur een flinke discussie op gang heeft gebracht. ‘Stel je voor dat er hele dure middelen komen die mensen echt een voorsprong geven, vergroot dat niet de kloof tussen arm en rijk? Tegelijkertijd zie je dat nu ook al: ouders die Cito-toetstraining kunnen betalen, kinderen met een rustige studeerkamer… Maar natuurlijk is het feit dat er nu ongelijkheid bestaat geen reden om nog meer ongelijkheid toe te staan.’ 

Schermer en ik zijn het erover eens dat een toename van ongelijkheid op globaal niveau een groot bezwaar is tegen enhancement. Kan enhancement ongelijkheid ook verkleinen? ‘Een concentratie-verbeterende pil zou je gratis kunnen geven aan kinderen die met vijf broertjes en zusjes in een te klein huis wonen, zodat ze toch goed kunnen studeren. Dat is niet ondenkbaar, maar het is een ander soort scenario dan we meestal voor ons zien: dat van hele slimme mensen die een pil nemen en dan nog slimmer of sneller worden.’

Verbeteren… waarvan?

We spreken al enige tijd over enhancement en de mogelijkheden daarvan. Maar in het begrip enhancement, mens-verbeteren, ligt ook een morele vraag verborgen. Wat is namelijk een beter mens? Zou die vraag niet eerst beantwoord moeten worden voordat je überhaupt de verschillende mogelijkheden kan bespreken? Schermer knikt: ‘Enhancement suggereert inderdaad dat er een goede manier van mens-zijn is, of een manier van mens-zijn die nog beter kan. De posthumanisten denken zelfs dat we het mens-zijn voorbij moeten en achter ons moeten laten. Zij geloven dat mensen een halfbakken, niet helemaal gelukte versie zijn en dat we nog beter kunnen worden.’

Schermer zegt vervolgens: ‘Het omgaan met tegenslagen, het streven naar iets en het soms wel en soms niet slagen – ik vind dat zelf iets wat het menselijk leven ook mooi maakt. Dat zou je niet weg willen poetsen. Tegelijkertijd kom je volgens mij altijd op een punt waarbij je je eigen grenzen tegenkomt, hoeveel enhancers je ook neemt.’

Enhancement zorgt dus eigenlijk voor het verleggen van de grenzen. En schiet je daar wat mee op? ‘Het verleggen van grenzen haalt de grens zelf niet weg. Je kan het misschien vergelijken met een amateursporter die een keer een wedstrijd wint versus iemand die op Olympisch niveau wint: wie heeft er een beter leven? Wordt de olympiër daar gelukkiger van dan de amateur of is slechts het niveau verschillend?’

De mensheid is waarschijnlijk al zolang zij bestaat bezig met het uitvinden van hulpmiddelen. In dat licht is enhancement een volgende stap in het continuüm van vooruitgang. ‘Zo kan je het inderdaad zien. De mens heeft langzamerhand technologie ontwikkeld: het vuur, het wiel, en nu hebben we dit. Elke keer vinden we iets nieuws uit. Of dat vervolgens goed is, dat vind ik een andere vraag.’

Het omgaan met tegenslagen, het streven naar iets en het soms wel en soms niet slagen – ik vind dat zelf iets wat het menselijk leven ook mooi maakt

Morele enhancement

Als laatste spreken we over een specifieke vorm van enhancement, die morele enhancement wordt genoemd. Dit is een, nu nog fictief, hulpmiddel om het morele kompas van mensen te versterken. Maar dat roept vragen op. Want hoe verbeter je moraliteit? Daar voeren filosofen al millennia lang discussies over, zonder dichter bij consensus te komen. Schermer: ‘Betekent moreel beter dat je meer gevoelens van liefde en empathie naar je medemensen hebt? Maar dan voel je het abstracte leed van mensen aan de andere kant van de wereld misschien minder. Betekent moreel beter dan dat je beter moreel kunt redeneren en argumenteren? Een utilist zou gewoon het sommetje willen maken, al is dat misschien super kil: hoe voorkom je het meeste leed? Volgens Aristoteles daarentegen zou je om een moreel beter mens te worden de deugden moeten oefenen door steeds het goede te doen. Hoe stimuleer je dat met een pil? Wat je nou precies wilt verbeteren is een discussie op zich.’

Tja, en wat is slecht gedrag? ‘Je kan zeggen: crimineel gedrag en agressief gedrag. Maar niet elke vorm van agressie is verkeerd. En wat moeten we met belastingontduiking? Dat kun je niet oplossen met agressieremming. Morele enhancement neigt te focussen op bepaalde typen van ongewenst en amoreel gedrag.’

Volgens Schermer is deze discussie vooral een gedachte-experiment: ‘Bij enhancement is er continu een grens tussen de realiteit en totaal hypothetische ingrepen. Bij morele enhancement is dat ook het geval. De discussie is heel fictief, want we zijn het er niet over eens wat morele enhancement precies is, en we kunnen het eigenlijk ook nog niet.’

Hoe gaat dit verder?

Volgens Schermer moeten we oppassen dat we het niet te veel over hypothetische toekomstscenario’s hebben. Voor filosofen zijn dit misschien goede gedachte-experimenten, maar de discussie moet uiteindelijk ook weer terugkeren naar de realiteit. ‘We moeten uitkijken dat we geen utopische of dystopische vergezichten creëren. We zouden moeten bedenken: wat zijn concrete toepassingen of ontwikkelingen die nu mogelijk zijn? En wat zijn daar de gevaren, problemen en mogelijkheden van?’

We moeten uitkijken dat we geen utopische of dystopische vergezichten creëren

Ik vraag haar of dit onderwerp de komende jaren meer aandacht zal gaan krijgen. ‘Ik denk dat dat nog wel meevalt. Er zijn gewoon niet zo veel concrete voorbeelden van wat we al kunnen op het vlak van enhancement.’ Ik zeg: ‘Het valt dus een beetje tegen.’ Ze lacht: ‘Dat valt inderdaad een beetje tegen.’ 

Voorlopig zullen filosofen het voornamelijk moeten doen met gedachte-experimenten. Ik betwijfel of ze dat erg vinden.


Maartje Schermer schreef tal van wetenschappelijke artikelen op het gebied van de medische ethiek, bio-ethiek en filosofie van de geneeskunde. Ook schreef ze meerdere boeken, waaronder het boek Komt een filosoof bij de dokter, samen met techniekfilosoof Marianne Boenink en psychiater en filosoof Gerben Meynen. Meer van haar werk is te vinden op haar website.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s