Kleine kloon Kurt

Afgelopen augustus werd het eerste przewalskipaard gekloond in Texas. Deze verre neef van de tamme paardenrassen die bij ons in de wei staan was uitgestorven verklaard totdat succesvolle fokprogramma’s de soort hebben kunnen herintroduceren op de uitgestrekte vlaktes van China en Mongolië. Het gekloonde veulentje moet cruciale genetische diversiteit introduceren in de bestaande kuddes, zodat de soort zich nog verder kan uitbreiden. Dit is goed nieuws in vergelijking met het tempo waarop diersoorten vandaag de dag uitsterven. Maar hoe kloon je eigenlijk een paard? En is klonen de sleutel tot het herintroduceren van uitgestorven soorten? 

Tekst: Lisa Kampen // Beeld: Bob Foulidis

Het beloofde veulen

De San Diego Zoo rapporteerde op 6 augustus 2020 dat ‘s werelds eerste gekloonde przewalskipaard (lees ‘sjewalskipaard’) gezond is geboren in de TimberCreek dierenkliniek in Texas. Het veulentje is gekloond uit DNA dat veertig jaar geleden is bevroren door de San Diego Zoo. In deze opslag, genaamd The Frozen Zoo, ligt DNA van ongeveer honderd soorten en subsoorten. Het gekloonde przewalskipaard Kurt is onderdeel van een fokprogramma dat probeert de uitgestorven soort opnieuw te introduceren in de gebieden waar zij in 1967 voor het laatst in het wild werden gezien: de uitgestrekte vlaktes van China en Mongolië. 

Op het eerste gezicht ziet het przewalskipaard er niet heel anders uit dan wat je gewend bent van een paard. Misschien wat kortere benen en een wat groter hoofd, de hobbit onder de paarden zeg maar. Het przewalskipaard en het tamme paard hebben dan ook dezelfde voorouders. Naar schatting splitste het przewalskipaard zich 38000 tot 72000 jaar geleden af van de voorouder van het tamme paard. In die tijd leefden de przewalskipaarden in kuddes in Europa en Azië. Mensen en ander vee dreven de kuddes oostwaarts, tot de paarden in 1967 voor het laatst werden gezien in Mongolië. Het przewalskipaard is in Mongolië een heilig dier en wordt daar takhi genoemd, wat ‘bezield’ of ‘heilig’ betekent. Een takhi zadel je niet, berijd je niet en zet je niet op stal, want daar is het paard te wild voor. Het przewalskipaard wordt beschouwd als het enige wilde paardenras ter wereld. Het ras is wel gevangen genomen en gehouden in dierentuinen, maar nooit getemd

Een takhi zadel je niet, berijd je niet en zet je niet op stal, want daar is het paard te wild voor.

Toen de soort in 1967 uitgestorven werd verklaard, bestond de populatie nog uit 134 paarden die over 32 dierentuinen en privéterreinen verspreid waren. Door succesvolle fokprogramma’s werd dit nummer opgekrikt tot bijna 1000 paarden in 1990, verspreid over 33 landen. Op dat moment werd geprobeerd om de dieren weer te introduceren in hun natuurlijke habitat. Hiertoe werden de dieren uit Europese dierentuinen eerst ondergebracht in natuurgebieden in onder andere Noord-Holland, Flevoland, Gelderland en Zeeland. Dit bleek succesvol, want uiteindelijk lukte het om de kuddes over te brengen naar de uitgestrekte vlaktes van China en Mongolië, waar nu ongeveer 2000 paarden grazen. Klus geklaard, ware het niet dat elk van deze paarden afstammen van maar 12 wilde przewalskipaarden. Laten we het een grote, maar knusse familie noemen. Dit is een probleem, want bij nakomelingen met gedeeld DNA ligt incest op de loer. Hier doet Kurt zijn intrede. Omdat zijn DNA afkomstig is van een przewalskipaard dat 40 jaar geleden leefde en weinig nakomelingen heeft gekregen, verschilt het op cruciale wijze van de rest van de przewalskipaarden die nu leven. Hierdoor kan Kurt zorgen voor de nodige cruciale genetische diversiteit. Dit arme veulen heeft dus nu al de rol van heilige verlosser en sexy vreemdeling. Voor de przewalskipaarden dan.

De mogelijkheden van klonen

Kurt is een kloon omdat zijn DNA identiek is aan dat van zijn ‘vader’, oftewel het bevroren DNA van een przewalskipaard dat veertig jaar geleden leefde. Wetenschappers hebben dit DNA ingebracht in een lege eicel van een tamme merrie die Kurt’s draagmoeder zou worden. Om de eicel ‘leeg’ te maken werd de oorspronkelijke kern (dus al het DNA) verwijderd en vervangen door het bevroren DNA. Die eicel groeide – met behulp van de onderzoekers – uit tot een embryo dat vervolgens in de draagmoeder werd geplaatst. Zo werd Kurt geboren.

Deze vorm van klonen heet therapeutisch klonen. Het is dezelfde methode die is toegepast bij het schaap Dolly dat in 1997 geboren werd. Door het klonen van Dolly leerden wetenschappers dat cellen veel flexibeler waren dan gedacht. Gewoonlijk krijgen cellen na de bevruchting een specifieke rol aangewezen door de genen in de cel. Genen bepalen zo of de cel bijvoorbeeld een levercel of een huidcel is. Lang dachten onderzoekers dat dit proces onomkeerbaar is: een levercel blijft altijd een levercel. Dolly weerlegde dit; een gespecificeerde cel uit het uierweefsel kon zich weer gaan gedragen als een bevruchte eicel. Hieruit werd Dolly geboren. 

Tegenwoordig is therapeutisch klonen een veelvoorkomende methode waarmee ook koeien, herten, geiten, muizen, varkens, wolven, konijnen en apen worden gekloond. Er zijn zelfs commerciële bedrijven die hun diensten op het gebied van klonen aanbieden, zoals een Zuid-Koreaans bedrijf dat aanbiedt om je huisdier te klonen. Het bedrijf, dat adverteert met ‘Pet Cloning – Guaranteed Delivery’, zorgt er zo voor dat je huisdier nooit dood hoeft te gaan. Ook wordt therapeutisch klonen door onderzoekers gebruikt om uit huidcellen van volwassen mensen pluripotente stamcellen te genereren. Deze pluripotente stamcellen kunnen in principe tot elk weefsel uitgroeien. De hoop is dat mensen met beschadigd of ziek weefsel in de toekomst wat huidcellen af kunnen staan, die worden gebruikt om pluripotente stamcellen te genereren, waar weer gezond weefsel uit kan groeien. Dit gezonde weefsel kan het zieke weefsel dan zonder problemen vervangen, omdat het hetzelfde DNA bevat als de andere cellen (het is immers afkomstig uit de huid van de patiënt zelf). 

Het bijzondere van Kurt is dat hij een van de eerste bedreigde diersoorten is die door middel van therapeutisch klonen ter wereld is gebracht. Dit biedt perspectief voor meer diersoorten die op dit moment bedreigd worden of uitgestorven zijn. De groep die verantwoordelijk is voor het klonen van Kurt probeert bijvoorbeeld nog zes andere diersoorten te redden, waaronder de wolharige mammoet die 4000 jaar geleden leefde. 

Klonen en het verlies van biodiversiteit

Kurt biedt niet alleen perspectief op het redden van de diersoort zelf, maar zou ook een antwoord kunnen zijn op het verlies van biodiversiteit. In de recente documentaire A Life on Our Planet waarschuwt David Attenborough voor dit verlies van diversiteit in de leefomgeving. Hij heeft gedurende zijn leven de wildernis op aarde zien verdwijnen. Het verlies van biodiversiteit hangt samen met de aantasting van ecosystemen. Wanneer ecosystemen uit balans raken heeft dit drastische gevolgen voor het welzijn van alle organismen die in dat ecosysteem leven, inclusief mensen. Biodiversiteit is dus een van de cruciale pijnpunten in het oplossen van het klimaatprobleem.

Het bijzondere van Kurt is dat hij een van de eerste bedreigde diersoorten is die door middel van therapeutisch klonen ter wereld is gebracht.

Maar of het hoopvolle verhaal van Kurt daadwerkelijk een antwoord kan zijn op het klimaatprobleem is nog maar de vraag. Naast ethische overwegingen hebben natuurconservatoren ten minste twee concrete redenen voor een kritische houding tegenover therapeutisch klonen: tijd en geld. Allereerst is klonen een ontzettend duur proces dat afhankelijk is van geavanceerde technologie en de samenwerking tussen meerdere onderzoeksdisciplines. Dit geld zou bijvoorbeeld ook gestoken kunnen worden in initiatieven die de leefomgeving van soorten beschermen, waardoor soorten om te beginnen niet uit hoeven te sterven. Daarnaast gaat aan klonen van een nieuwe soort jaren onderzoek vooraf, waarbij het onzeker blijft of het zal lukken. Bovendien zorgde het DNA van Kurt voor genetische diversiteit, omdat het afkomstig was van een paard dat 40 jaar geleden leefde en weinig nakomelingen had gekregen. Op dit moment sterven er elke dag ongeveer 150 soorten uit. Hier is niet tegenop te klonen. Bovendien is het nog maar de vraag hoe ‘divers’ het DNA is van de andere dieren in The Frozen Zoo. 

Daarom concludeert de oprichter van The Frozen Zoo, Kurt Benirschke – het veulentje is naar hem vernoemd – dat de meeste aandacht nog steeds moet gaan naar onderzoek dat zich richt op de voortplantingsmechanismen van bedreigde soorten. In 1980 is The Frozen Zoo opgericht voor doeleinden die toentertijd niet mogelijk waren. Het is geweldig om te zien dat nu gebruik gemaakt kan worden van die geavanceerde technologie om soorten zoals het przewalskipaard een tweede kans te gunnen. Daarbij is het belangrijk te onthouden dat dit ook een tweede kans voor de mens is. Op dit moment is het menselijk handelen de grootste factor in het aantasten van de leefomgeving. Willen we een leefbaar klimaat behouden, dan zullen we verantwoordelijkheid moeten nemen voor ons handelen. Alleen als we ook verantwoordelijkheid nemen voor de leefomgeving van Kurt, krijgt hij daadwerkelijk een kans.  

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s