Huisvaders versus grootmachten

Door: Kay Rutten en Karen Zijl
Beeld: Sietske Arnoldus

Midden in de woestijn zit een man in een oranje overall, geknield voor zich uit te staren. Achter hem staat een andere man, geheel gekleed in het zwart, bivakmuts op en een groot mes in zijn hand. Iedereen heeft wel eens flarden van deze gruwelijke filmpjes gezien waarin de Islamitische Staat (IS) westerse journalisten, letterlijk een kopje kleiner maakt. De Britse blogger Eliot Higgins wilde er achter komen waar deze filmpjes werden opgenomen. Door middel van sociale media, het bestuderen van kaarten en andere openbare bronnen kon hij dit vrij eenvoudig achterhalen. Verschillende bloggers en huisvaders sloten zich hierbij aan. Het materiaal werd gepubliceerd, de vrijwilligers verenigden zich en zo werd het onderzoeksplatform Bellingcat geboren. Regisseur Hans Pool raakte geïntrigeerd door de groep en besloot een documentaire aan het burgerjournalistiek platform te wijden: Bellingcat – Truth in a Post-Truth World. Tijdens het Amsterdamse filmfestival IDFA ging de documentaire in première en Babel sprak na afloop met Hans Pool.

a.jpeg

Bellingcat deed de afgelopen jaren vindingen die groot werden uitgemeten binnen de Nederlandse en internationale pers. Was het toeval dat je Bellingcat begon te volgen ten tijde van de MH17-crash?

Mijn interesse in Bellingcat ontstond door een krantenartikel in de Volkskrant, geplaatst nadat de MH17 werd neergeschoten. In dat artikel stond een interview met een van de Nederlandse Bellingcat-leden, die anoniem wilde blijven. Journalisten van de Volkskrant hadden hem opgespoord omdat hij ontdekte vanaf welke plek de BUK-raket die de MH17 neerhaalde, in Oekraine was afgeschoten. Dat vond ik zo bijzonder; dat een burger op een zolderkamertje als een professional ging kijken wat er nou gebeurd was. Net een verhaal uit een jongensboek! Vanaf dat moment dacht ik: ‘Kan ik niet een film maken over die mysterieuze Bellingcat-groep die alleen op het internet actief is?’

Ik heb toen contact opgenomen met Daniel Romein, de naam die genoemd werd in het artikel in de Volkskrant. Dat was lastig omdat ik met hem wilde afspreken. Toch lukte het uiteindelijk en kon ik hem vragen hoe hij over een documentaire dacht. Hij zei: ‘Daar ga ik niet over, dan moet je Eliot Higgins hebben, de oprichter van Bellingcat.’ Daniel nam contact op met Eliot en Eliot met mij, daarna is het balletje gaan rollen.

 

Dat je ze precies volgde voor je documentaire toen Bellingcat belangrijke informatie over de daders van het neerhalen van MH17 naar boven wist te halen, was dus eigenlijk toeval? Wat had je gedaan als het internationale onderzoeksteam naar MH17 (het Joint Investigation Team (JIT)) de bevindingen van Bellingcat niet serieus had genomen?

Ik moest een film maken van anderhalf uur. Na tien minuten heb je de Bellingcat-methode, het controleren van berichtgeving met behulp van openbare bronnen of achterhalen waar iets plaatsgevonden heeft, wel gezien. Als het JIT Bellingcat niet serieus had genomen, was dat heel raar geweest. Dan was ik daar verder op ingegaan. Uiteindelijk bleek alles wat Bellingcat beweerde waar te zijn. Alleen Bellingcat hoeft het niet hard te maken in een zittingszaal in Den Haag, en het JIT moet dat natuurlijk wel. Daarom duurt het rondkrijgen van het bewijs voor het JIT veel langer.

Dat Bellingcat de laatste paar maanden meer in het nieuws is gekomen, is denk ik niet het geval. Bij die Skripal-zaak of een bombardement in Syrië werd Bellingcat steeds meer genoemd, waardoor de naam steeds meer opvalt. Politici en journalisten namen Bellingcat daardoor serieuzer. In het begin was dat helemaal niet zo, zeker niet vanuit het JIT.

d

Tijdens het filmproces hield Bellingcat een eerste persconferentie en werd er door het JIT voor het eerst naar hen gerefereerd. Dat was waarschijnlijk niet het oorspronkelijke idee van de film. Was je vooral geïnteresseerd in de mannen en vrouwen achter Bellingcat?

Nee, daar ben ik niet zo in geïnteresseerd. Ik was vooral benieuwd wat er aan de hand was, anders kan ik ook de drogisterij op de hoek gaan volgen. Die vijf burgers en hun gezamenlijke onderzoek, dat vond ik interessant. Heel lang heeft de documentaire ‘The Bellingcat Method’ geheten, in plaats van Bellingcat. Voor een documentaire vind ik dat het onderwerp, in dit geval de Bellingcat-methode, interessant genoeg moet zijn om te volgen. Daarna ga je pas kijken wie die mensen precies zijn.

 

De eerste contactpersoon die je sprak wilde anoniem blijven, kwam dat vaak voor?

Nee, eigenlijk was hij de enige uit de kern van Bellingcat die dat wilde. Ik mocht geen exterieurs filmen van huizen, behalve van Eliot – van hem moest ik alleen het huisnummer wegpoetsen. Aan het einde van de film zie je wel een soort uitzoom vanuit de tuin van één van de Bellingcat-teamleden, maar die is helemaal bewerkt. Die plek bestaat, hoe wij hem in beeld hebben gebracht, niet. Voor Eliot is het minder van belang om in de anonimiteit te blijven: hij wil als hoofd van de organisatie dat Bellingcat zichtbaar is en vooral dat de methode van Bellingcat verspreid wordt. Zo komen ze ook aan hun geld. Door de Bellingcat-methode door te geven door middel van betaalde trainingen aan bijvoorbeeld journalisten van de BBC of andere onderzoekers.

f

Is Bellingcat voor hem zijn levensonderhoud?

Inmiddels wel. Er zijn twee mensen die betaald worden uit de organisatie zelf. De anderen zijn allemaal vrijwilligers die urenlang achter hun computertje zitten. Er zijn inkomsten van sponsors en de trainingen die ze geven. Als leden ergens naartoe vliegen voor onderzoek, wordt dat ook betaald uit de kas van Bellingcat.

Als filmmaker is het fijn als je onderwerp ook een belang heeft. Eliot heeft dat dus duidelijk. Het is mooi als je er aan beide kanten iets aan hebt. Anders wordt het een soort van parasitaire samenwerking.

 

Er komen weinig tegenstanders van Bellingcat aan het woord in de documentaire.

Dat klopt. Bij de première stonden er wel wat mensen met spandoeken pamfletten uit te delen. Je bemoeit je natuurlijk met buitenlandse politiek, vooral Russische politiek, dus dan heb je snel clubs op je dak die beweren dat je beelden manipuleert.

g

En die neem je niet serieus?

Het probleem is dat die mensen vaak in een Wilders-achtige, ultrarechtse hoek zitten en aan komen zetten met complot-achtige theorieën. Ik wilde best tegenstanders aan het woord laten, maar geen mensen die geloven in, naar mijn mening, vergezochte flauwekul. Dat leidt namelijk af van de film zelf.

In de film zie je bijvoorbeeld dat een onbekende groep die een studio afhuurt om te laten zien hoe een onthoofdingsfilm van IS gemanipuleerd kan worden, daarmee suggererend dat het filmpje dat IS op het net heeft gezet, nep is. Om zo weer de bevindingen van Bellingcat te ondermijnen. Dat wilde ik wél laten zien, dat het zo ver gaat.

Situaties zoals de MH17-ramp zijn een prachtige manier om verwarring te zaaien en de schuld bij bijvoorbeeld Oekraïne te leggen. In een tijdperk waarin de waarheid er nog is, maar steeds moeilijker als zodanig te ontwaren valt, krijgen we meer moeite met het begrip in haar geheel.

 

Als er zoveel bronnen zijn wordt het makkelijker om te shoppen in waarheden. Loop je dan niet het risico dat je alleen iets uit het nieuws tot je neemt wat je wereldbeeld bevestigt?

Ja, en dan vindt er groepsvorming plaats en ben je niet bereid om met een open vizier naar dingen te kijken. Je krijgt boze mensen; mensen die niet meer naar de stembus gaan of op extremistische partijen gaan stemmen. Je zou denken dat het internet kennis overdraagt en op die manier een meer begripvolle, humane samenleving creëert, maar het tegenovergestelde gebeurt. Democratieën hebben het moeilijk, Turkije is bijvoorbeeld in het tijdperk van het internet verandert in een dictatuur. Sociale media zijn door Erdogan gebruikt om iedereen de straat op te krijgen.

Het internet heeft een allesbeslissende rol in de maatschappij: het is net zo vormend als de uitvinding van de boekdrukkunst. En hoe wij ons daartoe verhouden zijn we eigenlijk nog aan het onderzoeken. Dat heeft ook mijn motivatie voor deze film aangezwengeld – in hoeverre zijn we als burger zelf in staat is iets te doen?

 

Heb je Bellingcat gesproken over de uiteindelijke onderwerpkeuze voor de film?

In eerste instantie was de aanleiding de MH17-case, die zou ik nemen als onderwerp. Het IDFA nodigde me uit om een pitch te houden. Daar zitten dan veel internationale geldschieters bij die in kunnen stappen. Tijdens deze pitch bleek al dat het hele MH17-verhaal te weinig was als uitgangspunt. Iedereen zei: ‘Ja, maar dat hebben de Russen toch gedaan? Ik wist niet dat de Russen Skripal gingen omleggen,’ of ‘Ik wist niet dat de JIT met een persconferentie zouden komen.’ Het meeste materiaal voor de documentaire ontstond tijdens het filmen. Bijvoorbeeld toen Timmi (een van de leden van Bellingcat) verdween. Dat was echt een groot ding. De leden kennen elkaar alleen van het internet, alleen Eliot heeft misschien een aantal mensen ontmoet. Het is de kwetsbaarheid van het medium. De Russen weten waar Timmi woont, Eliot was bang dat Timmi ook vergiftigd was. Dat was loeispannend opeens. Het als klein collectief tegen grootmachten opnemen is niet zonder risico’s. Daarbij is er niemand die je steunt, geen staat, geen advocaten: niets.

s

Waren er ook projecten waarmee Bellingcat niet verder kwam?

Jawel, soms konden ze niet bewijzen wie iets had gedaan. Heel veel onderzoeken hebben geen einde. Alles wordt wel netjes gearchiveerd. Als het strafhof de daders gaat berechten heeft Bellingcat een mooi archief met bewijs. Dat soort archivering van gegevens die op het internet verschijnen, zodat mensen veroordeeld kunnen worden voor hun misdaden, is voor journalistieke professionals onbetaalbaar. Daarom vind ik Bellingcat een soort licht in die oneindig zwarte tunnel die het internet is. Het is verbijsterend hoe snel wij nieuws verorberen. Er gebeurt iets in de wereld, er staan mensen bij te filmen en zonder dat het gecheckt wordt, staat het op het internet. Er is geen tijd om het te verifiëren. In de film zit het voorbeeld van een autobom in Irak. Dit was ‘nieuws’ dat werd overgenomen door gerenommeerde kranten zoals de NY Times, terwijl het gewoon nep was!

Wie zetten dat soort nieuws in scene?

Dat is niet bekend, er zijn alleen vermoedens. Nepnieuws wordt wel vaker gecreëerd om te infiltreren in IS-achtige organisaties. Maar goed, het nieuws dat er een autobom is ontploft, wat niet waar is, staat wel online. Het is goed om je af te vragen of het nieuws nog te vertrouwen is. Ik vraag het mezelf altijd af bij nieuws op sociale media. Ik kijk af en toe met weemoed terug naar de tijd voor het internet.

Toen je het nieuws nog kon vertrouwen?

Ik weet niet of dat echt zo is, maar er ging langere tijd overheen om nieuws te checken, de druk om de snelste te zijn was lager. Je wist bijvoorbeeld dat je ‘alles wat achter het IJzeren Gordijn vandaan kwam,’ altijd met een korreltje zout moest nemen.