Paaseitjespaniek

Tekst door Suzanne Toussaint, beeld door Jules Koster

In de hedendaagse consumptiemaatschappij worden we omringd door een overdaad aan keuzes. Dagelijks staan talloze mensen zich in de supermarkt af te vragen welk product ze moeten kiezen uit de tientallen varianten. Nu zul je misschien denken: nou en? Er zijn veel grotere problemen in de wereld. De enorme overvloed aan keuzes is echter helemaal niet goed voor ons. Hoe zit dit? En belangrijker: hoe zorg je ervoor dat je niet compleet kopje onder gaat in de zee van opties?

Terwijl er een vrolijk deuntje − ik geloof Taylor Swift − uit de blikkerige supermarktspeakers komt en de geur van kleffe frikandelbroodjes zich een weg door de winkel baant, sta ik met mijn mandje in mijn armen geklemd voor het schap paaseitjes. Of beter gezegd, de schappen paaseitjes. Vroeger kon je alleen maar kiezen uit wit, melk of puur, en had je geluk als je ergens een zakje met pralinévulling vond. Inmiddels is dat anders: er zijn wel honderd smaken te krijgen. Ga ik voor een zakje puur-karamel-espresso, voor de paaseitjes met crispy pindakaasvulling, of pak ik de witte eitjes met speculoos? En neem ik nog een variant van Tony’s Chocolonely, Lindt of Kinder Bueno mee? Waar ik bij de Jamin nog goed wegkom door de mogelijkheid om zelf een puntzak paaseitjes samen te kunnen stellen en ik dus alle vijftig varianten kan proberen (variërend van witte chocolade en extra puur tot pannenkoek-stroopsmaak en de viral nasi gorengvariant), zal ik in de supermarkt toch echt een flinke knoop moeten doorhakken. 

De toename in het aanbod van voedselproducten gaat verder dan alleen de paaseieren. Het is vandaag de dag vrij gemakkelijk om in een gemiddelde supermarkt te verdwalen tussen de schappen vol kruidenpasta’s, ontbijtgranen en chips. ‘Even’ een brood halen kan al niet meer − desem, spelt, maïs, casino of toch een keer dat flatbread proberen? Wie op zoek is naar een ‘gewoon’ potje pindakaas zal zich eerst een weg moeten banen door de smeuïge met stukjes noot, honderd procent extra grof dark roasted crunchy en de creamy American style. Maar dit reusachtige supermarktassortiment en de keuzestress die daarbij komt kijken zijn, in een wereld waarin we ons zorgen maken over de enorme inflatie, een dreigende Derde Wereldoorlog en klimaatverandering, een overbodige last op onze schouders. 

Volgens onderzoek maakt de gemiddelde persoon zo’n 35.000 keuzes per dag. Als we er dan van uitgaan dat de meeste mensen ongeveer zeven uur per dag slapen (en dus geen keuzes maken), komt dat neer op 2.000 keuzes per uur, of 1 keuze per 2 seconden. Vervolgens ook nog moeten kiezen uit 42 verschillende soorten jam maakt al die keuzes er niet makkelijker op. Sterker nog, het hebben van te veel opties is behoorlijk slecht voor de mens: het is cognitief enorm overweldigend en leidt tot angst en stress. Ook zijn veel mensen bang om de verkeerde keuze te maken, waardoor ze eindeloos blijven twijfelen (totáál niet herkenbaar). Het kost dus veel energie om alle verschillende opties te overwegen en met elkaar te vergelijken. Daarnaast beland je in een, door de Amerikaanse psycholoog Barry Schwartz geformuleerde, paradox of choice: als er meer opties zijn, ben je uiteindelijk minder tevreden met je keuze. Of erger: je kiest geen enkele optie − paradoxaal genoeg ook een keuze. 

Ik wil hiermee overigens niet beweren dat we weer terug moeten naar de tijd dat mensen genoodzaakt waren de hele winter op geprakte aardappels met boerenkool te leven en je een kop koffie enkel met koemelk kon krijgen. Daarbij realiseer ik me ook heel goed dat het hebben van keuzes een luxe is die niet voor iedereen is weggelegd. Voor mensen met een laag inkomen is de vraag niet welke pindakaas ze willen, maar of ze überhaupt pindakaas kunnen betalen.Terwijl sommigen wikken en wegen tussen vijftien soorten havermelk, pakken anderen gewoon de goedkoopste melk die er is, zonder ruimte voor twijfel of voorkeur. Dat lijkt misschien fijn, maar het blijkt dat je net zo ongelukkig bent als je te weinig opties hebt. Het hebben van keuzes hangt namelijk nauw samen met het gevoel van autonomie. Wanneer je niets te kiezen hebt, kan het voelen alsof de keuzes in je leven voor jou worden gemaakt.

Keuzevrijheid wordt vaak gepresenteerd als de ultieme vrijheid. Hoe meer keuzes, hoe meer controle we zouden hebben over ons leven. Het klopt dat te weinig keuze niet goed voelt, maar te veel keuze leidt er uiteindelijk toe dat we juist minder vrijheid hebben. In plaats van dat we als een stel hongerige pubers dat zin heeft in een berg ham-kaascroissantjes en een doos donuts door de supermarkt banjert, staan we als verlamde zombies voor het schap met 42 soorten paaseitjes te denken: welke smaak geeft mij de meeste levensvoldoening?

Ik zie het alleen niet zo snel gebeuren dat bedrijven minder opties gaan aanbieden. Sterker nog, voor mijn gevoel komen er elke dag nieuwe producten bij. Hoewel ik me aan de ene kant verlekker aan alle artikelen die de Albert Heijn nu weer in het assortiment heeft opgenomen, maak ik me ook zorgen. Hoe meer opties, hoe meer producten geproduceerd worden, en hoe meer er uiteindelijk wordt weggegooid. Veel experimentele creaties of exotische smaken van bekende voedingsmiddelen verdwijnen na een paar maanden uit de schappen omdat ze toch niet aanslaan. Nieuwe producten blijven onaangeraakt liggen omdat consumenten overweldigd raken en terugvallen op hun oude, vertrouwde keuzes. Zolang er echter nog winst te behalen valt met producten als haver-cashew-vanille-macchiatomelk, zal het aanbod alleen maar blijven groeien.

Het is vandaag de dag vrij gemakkelijk om in een gemiddelde supermarkt te verdwalen tussen de schappen vol kruidenpasta’s, ontbijtgranen en chips.

Als de fabrikanten niet minder gaan produceren, zijn we dus genoodzaakt zelf de strijd aan te moeten gaan tegen de keuzestress. Hoe zorg je ervoor dat je niet verdwaalt in het oerwoud der keuzes? Ik heb, als ervaringsdeskundige, inmiddels een aantal methodes gevonden die de keuzestress enigszins verminderen. Een eenvoudige oplossing is de verpakking kiezen die er het leukste uitziet. Ben je je tijd aan het verspillen met het vergelijken van zes pakken hagelslag? Kies dan de verpakking met het schattigste diertje erop: iedereen weet dat een product met schattige diertjes altijd een goede keuze is. Of kies het product met de ingewikkeldste naam. ‘Basmati-rijst met gerookte amandel en een snufje saffraan’, klinkt veel leuker dan ‘witte rijst’. 

Een andere goede manier om keuzestress te omzeilen is om terug te vallen op je vertrouwde favoriet. Waarom zou je het ingewikkeld maken als je weet dat je de pindakaas met stukjes of de melkchocoladereep met hazelnoten en rozijnen enorm lekker vindt? Zo weet je precies wat je kan verwachten en dat je gelukkig met je keuze gaat zijn. Misschien moeten we ook maar accepteren dat we overspoeld zijn door alle mogelijkheden en stoppen met het zoeken naar de ’beste’ keuze. Die bestaat namelijk helemaal niet. 

Ik knipper een paar keer met mijn ogen en kijk verdwaasd om me heen. Het is druk in de supermarkt. Mensen praten, lachen en duwen piepende winkelwagentjes vol boodschappen voor zich uit. Twee jongens van een jaar of veertien lopen voorbij met een zak ham-kaascroissantjes en een doos donuts. ‘Yo, paaseitjes!’ Klakkeloos grist een van hen een willekeurige zak paaseitjes uit het schap naast me. Zonder op of om te kijken lopen ze verder. Ik kijk ze na en gooi vervolgens de variant met crispy pindakaasvulling in mijn mandje.

Plaats een reactie