Tekst door Phoebe Meekel, beeld door Ieke Meijer
De trillingen van de muziek verscheuren mijn trommelvliezen en ik raak gedesoriënteerd door de felle lichtflitsen. Voor ik het doorheb begeef ik me aan de binnenzijde van een grote cirkel en kijk ik een bezwete jongen, die tien meter tegenover me staat, recht in de ogen aan. Er heerst een spanning in de cirkel waar ik niet meer aan ontsnappen kan: ik moet en zal me straks overgeven aan de moshpit. Iets waar ik absoluut geen zin in heb.
Als fervente concertbezoeker ben ik maar al te bekend met moshpit, toch weet ik er vaak onderuit te komen. Ik durf zelfs te zeggen dat ik een soort gave heb ontwikkeld om op tijd het moshen uit de weg te gaan. Deze gave is ontstaan doordat ik naar artiesten ga die muziek maken die perfect is voor het moshen – denk aan de Jeugd van Tegenwoordig of Joost Klein. En tja, dan heb je twee opties: de moshpit accepteren of deze uit de weg gaan. Ik geniet niet bepaald van het getrek aan mijn krullen, de schouders die tegen mijn kin botsen en de vele blauwe plekken die ik de volgende ochtend op mijn schenen zie. En ook altijd die telefoon. Er is altijd wel iemand die deze verliest tijdens het uitbundig springen en duwen. Er zal een dag komen dat die van mij ook vol op de grond klettert en wordt platgestampt door de levensgenietende concertgangers. Daarom kies ik altijd voor de tweede optie.
De laatste keer dat ik voor een paar milliseconden in een moshpit zat, was bij de bandjesavond van mijn studievereniging, die werd afgesloten door de punkband Schurft. De zanger – die tevens mijn klasgenoot is – liep op mij af en terwijl hij een sprong maakte, belandde mijn tand in zijn schouder. Toen was ik er klaar mee, en sprintte ik naar de zijkant van de zaal. Maar terwijl ik naar het kluitje schreeuwende, springende en duwende mensen keek, was ik toch een beetje jaloers. Ze hadden het duidelijk naar hun zin, en ik wilde bijna weer meedoen! Toch weerhield ik mezelf, uit angst voor een heel gebit in mijn schouder.
Ik ben ervan overtuigd dat mijn lengte niet bijdraagt aan de ervaring van de moshpit maar tegelijkertijd zijn er vele kleine mensen die hier nog wel volop van genieten. Hoe doen die dat toch? vraag ik me dan af. Maar mijn volgende vraag is dan: Hoe overleven mensen überhaupt de moshpit? Ik denk dat ik het antwoord op deze vraag ondertussen heb gevonden door te observeren en mezelf als proefkonijn over te geven aan de wetenschap. Dus voor alle mensen die toch willen genieten van de moshpit heb ik hier een aantal tips.
Tip 1: wees een slappe pop
Ik heb ooit gehoord dat je bij een val van 5 hoog de meeste kans op overleven hebt als je je helemaal ontspant. Voor de moshpit geldt hetzelfde. Als je niet houdt van andere mensen beuken of hier niet sterk genoeg voor bent, kan je er ook voor kiezen om met de stroom mee te gaan. Wees een soort slappe pop. Natuurlijk is er nog steeds kans op vele blauwe plekken, maar het moshen zal minder onaangenaam zijn als je je mee laat sleuren in plaats van dat je je verzet tegen anderen.
Tip 2: weg met die telefoon
Je kan de angst voor het verliezen van je telefoon tijdens het moshen omzeilen door de telefoon lekker thuis achter te laten, of in een kluisje te doen. Ik weet hoe lastig het is om afstand te doen van dit apparaat, maar dit overleef je echt wel!
Tip 3: tong achter je tanden
Hoewel dit de pret kan ondermijnen, raad ik toch aan om je mond dicht te houden en je
tong achter je tanden te plaatsen als je last hebt van schouders die tegen je kin aan stoten. Zo bijt je jouw tong er in ieder geval niet af, en bijt je ook niet in de schouder van je medemoshers.
Tip 4: maak jezelf groot
En mocht je de slappe-pop-oplossing niet fijn vinden, maak jezelf dan groot! Borst naar voren, ellebogen naar buiten en de benen bijna in een split – voor zover dat kan. Neem ruimte in en voorkom dat je wordt geplet tussen anderen.
Tip 5: doe je haar in een knot of staart
Je wilt natuurlijk voorkomen dat anderen aan jouw haar trekken, want dit doet ontzettend veel pijn. Daarom raad ik aan om je haar in een knot te doen en mocht je daar geen fan van zijn, probeer dan een hoge staart. Of scheer gelijk alles eraf in het hoekje van de concertzaal, mocht daar de mogelijkheid toe zijn.
Tip 6: geniet van de pijn
Tot slot kun je al deze tips in de prullenbak gooien, en genieten van het getrek aan je haar, de ellebogen in je ribben en de voeten die op je tenen stampen. Je kan dan proberen om in de ‘wat vind ik dit toch hééér-lijk’-mindset te komen. Een andere optie is dat je jezelf probeert te laten wennen aan de pijn – iets wat ik nu ook moet leren bij paaldansen. (Misschien kan ik straks dan ook tegen pijn in de mosphit?!)
Maar laten we ook vooral ruimte creëren voor alternatieven voor de mosphit. Zo ben ik bij een concert van Nonchelange in aanraking gekomen met de wall of love waarin iedereen elkaar knuffelde, in plaats van de welbekende wall of death. Toen Nonchelange het refrein van zijn lied zong, ontstond een liefdevolle sfeer waar niemand blauwe plekken aan overhield. Geweldig. Maar als je al geniet van mosphits en de problemen die ik ervaar je niet bekend voorkomen, blijf dan vooral genieten!
