Tekst door Sophie Meijer, beeld door Lesine Möricke
Soms zou ik de tijd graag even terug willen draaien. Dan schaam ik me voor iets wat ik heb gedaan en wil ik dat herstellen, of denk ik dat ik een beter resultaat had kunnen behalen als ik die dag had gestudeerd in plaats van door de stad had gestruind. Maar als ik één tijdreis zou kunnen maken, dan zou ik kiezen voor de ultieme. Een tijdreis à la kruistocht-in-spijkerbroek terug naar de plek waar álle westerse kennis werd verzameld: de Koninklijke Bibliotheek van Alexandrië.
Tegenwoordig raadplegen we voor het minste geringste een zoekmachine. Google is misschien wel de bekendste en ChatGPT is helemaal hot and happening, maar die allesweters maken, net zoals een mens, ook weleens een fout. En als de geschiedenis ons geen antwoord kan geven op vragen over wat ooit was, vullen we deze gaten met waarschijnlijkheid. De verhalen die wij creëren uit beetjes informatie die we her en der verzamelen, begeleiden wij als een doorfluisterspel door de geschiedenis heen. De grenzen tussen waar of onwaar en gebeurd of niet gebeurd worden langzaam vager en de twee kanten lopen geleidelijk in elkaar over. Zo ontstaan mythen, goede en kwade.
De bibliotheek van Alexandrië is misschien geen mythe zoals de verhalen over de Griekse goden Zeus en Poseidon mythen zijn, maar zal net als deze mythen altijd iets raadselachtigs met zich meebrengen. Want toen de bibliotheek – volgens het doorfluisterspel – in een zee van vuur opging, nam zij al haar kennis met zich mee. Het doel van de oprichters was om een kopie van alle boeken over de hele wereld op te slaan in de bibliotheek: een aardige inventaris dus. Als we de verhalen over Alexandrië mogen geloven, dan brachten filosofen, dichters, schrijvers en wiskundigen graag bezoekjes aan de bibliotheek en droegen stuk voor stuk bij aan de honderdduizenden boekrollen die daar opgeslagen werden. De hoeveelheid kennis die op deze plek werd verzameld, moet ongekend zijn geweest. Je kan je daarom ook wel voorstellen hoe erg de ondergang van de bibliotheek de geschiedschrijving van de rails heeft gehaald.
Ik vraag me af hoe anders de wereld eruit zou hebben gezien als die immense inventaris aan boekrollen niet in vuur en vlam op was gegaan. Het is bizar om te bedenken dat, mocht de kennis van toen bewaard zijn gebleven, we misschien op wetenschappelijk, wiskundig, filosofisch en literair vlak nu al een stuk verder ontwikkeld zouden zijn. Dan zouden de fenomenen AI en ChatGPT misschien al heel erg gedateerd zijn. Dan zou Heron van Alexandrië misschien als uitvinder van de stoommachine worden gezien en zou James Watt niet hebben kunnen strijken met de eer. Of zal het allemaal wel meevallen en hebben wij het gat van de verloren kennis inmiddels al kunnen dichten met onze moderne technologieën?
We zullen het misschien nooit weten, maar fantaseren mag gelukkig altijd. Ik droom dat ik een wit gewaad draag, in Griekse sandalen door de gangen van de bibliotheek struin en de inhoud bewonder. Ik zoek de originele geschriften van Aristoteles op, kom erachter of Eratosthenes inderdaad de omtrek van de aarde al op enkele kilometers na had berekend en knoop een gesprek aan met iedere filosoof die ik tegenkom. Realistisch of niet, ik zal blijven dromen over mijn kruistocht-in-spijkerbroek-moment.
