Tekst door Elena Cornelisse, beeld door Kwint Jongerius
Saai, inhoudsloos en constant met de neus in de boeken. Dat is het beeld dat veel mensen hebben over rechtenstudenten. Zelf kan ik als rechtenstudente zeggen dat ik de rechtszaken die besproken worden tijdens de lessen erg vermakelijk en soms ronduit bizar vind, vooral met betrekking tot hoe bepaalde gebeurtenissen soms een onverwachte wending nemen. Ik zal vertellen over vijf zaken die dit laten zien en mij het meest bij zijn gebleven.
De veearts: een held die de wet brak
In 1933 besloot een veearts koeien met de afgrijselijke veeziekte mond-en-klauwzeer in contact te brengen met gezonde koeien, toen hij zijn periodieke controle uitvoerde bij een boer. Hij wilde de gezonde koeien immuun maken voor de ziekte door ze een soort natuurlijk vaccin te geven. Maar de veearts beging hiermee een strafbaar feit, omdat het volgens de Veewet verboden was zieke koeien in dezelfde ruimte te plaatsen als gezonde koeien. Toen de boer dit zag, was hij woedend. Hij wilde niets weten van de goede intenties van de veearts en deed dan ook aangifte tegen hem. Al snel werd de veearts voor de rechtbank geleid, waar hij schuldig werd bevonden. Ook in hoger beroep kreeg hij een gevangenisstraf opgelegd. De uitspraak die volgde bij de Hoge Raad, was dat de arts geen straf opgelegd kon krijgen, omdat hij naar het doel van de wet handelde. Hoewel hij dus technisch gezien strafbaar handelde, heeft hij door deze strafbare handeling precies gedaan wat de wet van hem wilde. Namelijk: sterke immuniteit en gezondheid van de koeien behouden door ze immuun te maken. Dit zorgde ervoor dat er in het strafrecht een verschuiving ontstond. Blijkbaar was het ook mogelijk je indirect aan de wet te houden, als je de wet breekt. Zo heeft deze kleine beslissing van een veearts een nieuwe vorm van strafuitsluiting geïntroduceerd.
Het Hoornse taartarrest: ben ik een moordenaar als ik per ongeluk de verkeerde persoon dood?
In 1911 stal Johannes Beek tijdens zijn werkzaamheden bij de gemeente 200 gulden uit de gemeentekas. Een collega verlinkte hem bij zijn baas, waarna zijn werkgever hem op staande voet ontsloeg. Johannes, gekrenkt tot op het bot, was hier niet van gediend. Hij maakte een taart met een dodelijke hoeveelheid arsenicum (rattengif) en wilde dit aan zijn oud-collega geven om hem te doden als wraak voor het ruïneren van zijn leven. Zoals een goed crimineel betaamt, zorgde hij er netjes voor dat zijn stappen niet tot hem konden worden herleid. Maar wat er gebeurde, was dat niet de ex-collega, maar zijn vrouw per ongeluk stierf. Bovendien raakte het dienstmeisje, dat ook van de taart had gegeten, ernstig ziek. Al snel werd Johannes, ondanks zijn meesterplan, opgespoord en vervolgd voor moord en poging tot moord. Als verweer zei hij dat er geen intentie was geweest om deze twee vrouwen iets aan te doen. De rechter erkende dat je inderdaad intentie moet hebben bij moord, maar besloot dat het voldoende was dat de verdachte bewust de kans had aanvaard dat ook anderen ernstig verwond zouden kunnen raken. Zo werd hij toch schuldig bevonden van moord en bracht hij heel wat jaren door in de cel. Zo hard als deze crimineel zijn misdaad probeerde te verdoezelen, net zo hard haalde het noodlot hem in.
De ongewilde tongzoen: is alle penetratie verkrachting?
In 2008 dwong een mannelijke medewerker van het Medisch Centrum te Leeuwarden een vrouwelijke medewerker tot een tongzoen. De vrouw in kwestie was hier niet van gediend en deed aangifte. Al snel werd het voor de verdachte duidelijk dat hij niet zomaar voor iets vervolgd werd, maar voor verkrachting. Dat hoor je goed: verkrachting is namelijk elke vorm van penetratie van het lichaam door geweld of een andere vorm van dwang. De advocaat van de man nam alleen geen genoegen met het oordeel van de rechtbank en het hof. Hij procedeerde door tot de Hoge Raad en zij oordeelde dat penetratie met de tong in de mond, hoewel dit nog steeds strafbaar was als aanranding, niet gelijk staat aan verkrachting. Dit was bijzonder, want vijftien jaar eerder had de Hoge Raad gezegd dat een ongewilde tongzoen wél telde als verkrachting. Op die oude uitspraak kwam echter zoveel maatschappelijke kritiek dat bij deze zaak de Hoge Raad van mening veranderde. Als er nu een zaak is over een onvrijwillige tongzoen, ziet de Officier van Justitie duidelijk in diens reglement staan: ‘Let op! Je mag iemand voor een onvrijwillige tongzoen niet meer vervolgen voor verkrachting!’ Ditmaal had niet het noodlot, maar de maatschappij die verandering eigenhandig teweeggebracht.
De tenenlikkerzaak: is een fetisj strafbaar?
Het was de zomer van 2004 in het Vroesenpark te Rotterdam. Een aantal vrouwen nam de beslissing om van de zon te genieten door te gaan zonnebaden. Al snel werd hun zomergenot verstoord door een raar gevoel bij hun tenen. Ze keken op: was het soms een hond die zachtjes aan hun tenen likte? Al snel sprongen de vrouwen van schrik op toen ze beseften dat het een jongeman was, die gretig met zijn tong cirkels aan het draaien was tussen hun tenen. Vrijwel direct werd de tenenlikker gearresteerd en vervolgd door de Officier van Justitie voor ‘schending van de eerbaarheid’. De rechter dacht hier anders over. Hij zag namelijk niet in hoe tenenlikken de eerbaarheid schond; de man had de vrouwen immers op geen enkele manier beledigd. Ook had hij niemands lichamelijke integriteit geschonden met zijn daad. Nadat de rechter goed door zijn wetboek had gebladerd, kwam hij bovendien tot de conclusie dat de wet niet heeft geanticipeerd op het strafbaar stellen van zulk gedrag. De rechter moest hem dan ook vrijspreken: ‘Het is misschien een beetje ongepast,’ zei de rechter, ‘maar het is niet strafbaar.’
De Taxibuszaak: hoe je geld voor trauma kunt krijgen
Tot nu toe hebben we alleen zaken uit het strafrecht bekeken. Dit is een zaak die niet in het strafrecht ligt, maar wel het heftigste is van alle zaken waarover ik ooit heb gelezen. De dader in deze zaak is weliswaar vervolgd voor moord, maar waar het in deze zaak eigenlijk om ging is geld. En wel geld voor mentaal letsel. Het strafrecht is bedoeld voor vergelding en veiligheid en daarom krijg je in het strafrecht als slachtoffer geen enkele cent te zien. In deze zaak ging het om het volgende: een taxichauffeur reed onoplettend een oprit op en reed op een vijfjarig meisje in. De buurvrouw begon te schreeuwen toen zij het tafereel via het keukenraam voor haar ogen zag gebeuren, waarna de moeder van het meisje naar buiten rende. Ze probeerde het hoofdje van haar dochter vast te pakken, maar doopte haar hand per ongeluk in de – wat zij dacht – kots van het kind. Al snel kwam de moeder tot de hartverscheurende realisatie dat ze haar hand niet in de kots, maar in de hersenen van haar zojuist overleden kind had gestopt. Tijdens de rechtszaak werd duidelijk dat de vrouw zo mentaal aangedaan was door het voorval, dat ze nooit meer normaal zou kunnen functioneren. De rechters oordeelden dat voor zodanig hevig letsel een nieuw soort schadevergoeding geïntroduceerd moest worden: de immateriële schadevergoeding, specifiek voor mensen met permanente mentale schade. Wat voor lichtpuntje valt er nog te zien na zoiets heftigs? Nabestaanden die een heftig voorval hebben meegemaakt, kunnen een financiële tegemoetkoming krijgen voor hun trauma. Hiermee worden mensen met PTSS erkend en financieel ondersteund. Helaas zijn het niet bedragen die je misschien weleens voorbij hebt zien komen uit de Verenigde Staten. De hoogst mogelijke schadevergoeding in Nederland is namelijk niet 1,6 miljoen dollar, maar een bescheiden 20.000 euro. Dit bedrag is in de afgelopen jaar ook niet toegenomen. Omgerekend van guldens, heeft de moeder in deze zaak slechts 20.000 euro gekregen voor letsel dat ze haar hele leven bij zich zal dragen.
Wat zegt dit eigenlijk allemaal?
Wat kunnen we hieruit afleiden? In ieder geval dat een rechtenstudie toch niet zo saai is. Maar even zonder gekheid: ik denk dat er een bitterzoete schoonheid schuilt achter de chaos van het leven, die gereflecteerd wordt in de rechtspraak. Eigenlijk is de rechtszaal een plek waar men voor geld de chaos van het leven probeert te navigeren. Deze chaos, die mensen ook wel het noodlot noemen, zorgt voor zowel de mooiste als de slechtste gebeurtenissen in het leven. Ik denk dat juristen en geesteswetenschappers elkaar de hand kunnen schudden wat betreft het begrijpelijk willen maken van een ongrijpbare wereld. Wat ik mij altijd weer realiseer bij het lezen van zulke zaken, is dat belangrijke dingen ontstaan vanuit kleine, dagelijkse gebeurtenissen. Zonder dat je het voor ogen had, heb je per ongeluk geschiedenis geschreven. Soms door het noodlot, maar vaker door zorgvuldigheid.
