Tekst door Riccardo Tosellini, beeld door Winonah van den Bosch
Je hebt punaises, een kaars en een luciferdoos. Hoe bevestig je de kaars aan een rechtopstaand, kurken prikbord, zonder dat het brandende kaarsvet op de grond druipt? Elk voorwerp heeft een veronderstelde functie, maar je moet naar hun reële vorm kijken om, buiten de kaders, de oplossing te vinden. Met deze denkwijze wilden de Oberioeten de kunstwereld van Sovjet-Rusland vernieuwen.
Voordat de Sovjet-Unie in de jaren 30 haar kunstwereld aan banden legde om alleen ruimte te geven voor het socialistisch realisme, kende het land in de jaren 20 vele bewegingen en scholen. Op een radicale wijze wilden zij het begrip verbreden van wat literatuur, theater, film, muziek en de schilderkunst kon zijn. Bewegingen kunnen grote veranderingen brengen in de kunstwereld en de Oberioe-beweging laat niet alleen zien hoe dat kan lukken in extreem lastige omstandigheden, maar ook waarom het vormen van kunstbewegingen zinvol is. De Oberioe-beweging ontstond in 1928 met de publicatie van haar manifest en de hoofdfiguren waren Nikolaj Zabolotski, Aleksandr Vvedenski en Daniil Charms. De Oberioeten waren niet geïnteresseerd in logica en traditionele structuren, maar hadden een voorkeur voor associatief denken. Ze wilden op een directe manier de chaos afbeelden die mensen maken en zijn. Door geen zingeving in de verhalen te verwachten, raakt de lezer uit zijn gewende denkpatronen over objecten en menselijk gedrag. Deze werkfilosofie leverde absurde verhalen op vol onverwachte wendingen en bizarre humor die als geestverruimend ervaren worden door veel lezers. De meest vertaalde Oberioe-schrijver is Daniil Charms. Charms zag de grote werken van schrijvers als Fjodor Dostojevski en Lev Tolstoj, die complexe morele dilemma’s behandelden, als te ideologisch en vond dat ze het absurde aspect van het leven niet goed weerspiegelden. Hij besloot om enkel totaal onzinnige verhalen te schrijven, die volgens hem de realiteit beter zouden benaderen. De willekeur in de verhalen van de Oberioeten zou sterk beïnvloed kunnen zijn door het strenge Sovjetregime van de jaren 30 waarin zij leefden, de overheid was toen bijzonder ontransparant in haar werkmethoden. Mensen konden bijvoorbeeld zomaar door ‘zwarte raven’ van straat geplukt worden en verdwijnen zonder dat iemand ooit meer iets van ze vernam.
In de jaren dat Oberioe actief was, werd door de censuur amper werk van de leden gepubliceerd. De regels waren voor een korte tijd wel minder streng voor de kinderliteratuur, waardoor onder anderen Charms en Vvedenski geld konden verdienen met het schrijven van kindergedichten. De Oberioeten organiseerden ook theatervoorstellingen en literaire avonden waarbij hun toneelstukken en muziekstukken werden opgevoerd en hun proza werd voorgelezen. Vanaf het begin kregen hun theatervoorstellingen kritiek van de pers en in de jaren 30 werden hun kindergedichten ook als anti-sovjetisch opgevat. De meeste Oberioeten werden daardoor gearresteerd en overleefden de periode van de Tweede Wereldoorlog niet. Pas in de jaren 70 en 80 werd hun werk gepubliceerd en werd hun talent in zowel Rusland als in vele andere landen erkend. De kindergedichten werden in die jaren ook erg populair onder de Russische jeugd en veel hedendaagse kunstenaars zijn door de Oberioeten geïnspireerd geraakt. In Nederland is zelfs door een aantal kunstenaars een verhalenbundel uitgebracht ter ere van Daniil Charms, genaamd Mijn vriend Charms heeft het goed begrepen.
De beweging als vriendengroep
Het beroemd worden na de dood is onder kunstenaars inmiddels een veelvoorkomend fenomeen geworden, maar wat tegenwoordig minder gewoon is, is het vormen van kunstbewegingen. Michael Rooks, kunstcurator van het High Museum of Art in Atlanta, zegt dat er nu in de kunstwereld eerder sprake is van trends dan bewegingen. Graffiti, VR kunst, kunstinstallaties en de vele internetkunsten, zoals pixel art en vaporwave, zou ik niet alleen als een trend zien, maar deze kunststijlen bestaan ook niet uit een specifieke groep artiesten die vanuit een gedeelde ideologie kunst maakt. De meest recente beweging met een eigen manifest die ik kan noemen, is de Deense filmbeweging Dogma 95, die tussen 1995 en 2005 internationaal aandacht trok. Waarom het vormen van kunstbewegingen nu minder populair is, is voor mij onduidelijk. Wat Oberioe laat zien, is dat het loont om zelf een kunstbeweging te beginnen.
Oberioe was hoofdzakelijk een groep vrienden met een overlappende smaak en wens om de Russische kunstwereld te vernieuwen. Ze deelden een actief sociaal leven met elkaar, bewonderden elkaars werk en werkten samen aan grote projecten zoals de theatervoorstellingen. Het sociale aspect van hun beweging is denk ik de reden waarom zij veel werk geproduceerd hebben en hun stijl hebben kunnen ontwikkelen ondanks de censuur, negatieve recensies en gebrek aan financiële middelen. Charms droeg bijvoorbeeld de verhalen die hij niet mocht publiceren op voor zijn vrienden om ze te vermaken en vermoedelijk ook om zijn ideeën uit te testen. De kunst die zij maakten was onderdeel van hun groepscultuur en het Oberioe-manifest hebben ze ook gezamenlijk geschreven. Ik denk dat het bij het vormen van een nieuwe kunstvisie loont om met meerdere mensen samen te werken. Als je als groep werkt, kun je leren van elkaars experimenten en tot meer inzichten komen dan als je alleen te werk zou gaan. Het is denk ik van toegevoegde waarde om vernieuwende ideeën uit te werken met andere kunstenaars die even enthousiast bezig zijn met het ontwikkelen van de visie en stijl. Het samenwerken kan ook een gezonde vorm van competitie creëren waarbij iedereen gestimuleerd wordt om steeds beter te presteren. Het uitvoeren van baanbrekend onderzoek en het vormen van nieuwe politieke bewegingen wordt ook zelden volledig zelfstandig gedaan. Het samenwerken in de kunst loont volgens mij evenveel als in alle andere sectoren. Natuurlijk zouden sommige artiesten zich juist gelimiteerd kunnen voelen door een manifest, maar soms je eigen regels breken is in de praktijk ook geen taboe. Dogma 95 bijvoorbeeld deed dat in bijna elke film.
De beweging als bubbelprikker
Vernieuwende kunst heeft tijd nodig om de aandacht en waardering te krijgen van een breed publiek. Mijn vermoeden is dat wanneer meerdere kunstenaars een visie delen, hun visie sneller opvalt en meer aandacht krijgt. Doordat Oberioeten een groep waren, konden ze ook de toneelvoorstellingen en literaire avonden op eigen houtje organiseren en daarmee meteen een publiek trekken. Terwijl het grootste probleem voor de Oberioeten de censuur was, is er tegenwoordig een strijd voor aandacht. Afleiding is overal te krijgen en veel mensen zitten vast in hun eigen algoritmebubbel. Ik denk dat de bewegingen van vroeger hun charme kregen door hun fysieke aanwezigheid, met discussies in cafés en culturele activiteiten op podia. Het heeft een intiem aspect dat een scherm moeilijk kan evenaren en waar bewegingen nu nog steeds gebruik van zouden kunnen maken. Charms vulde een keer voor een Oberioe-avond een zaal helemaal vol met een stunt op de kroonlijst van de vijfde verdieping van een gebouw. Met zijn rug tegen de muur gekeerd liep hij heen en weer van het ene raam naar het andere. Soms trok hij zijn pijp uit zijn mond en riep: ‘Allemaal naar de literaire avond van de Oberioeten!’ Bedrijven steken miljoenen in online reclames die mij koud laten, terwijl een roepende man op een kroonlijst mij meteen zou overtuigen om naar de literaire avond van zijn kunstbeweging te komen.
