Tekst door Just Pallandt, beeld door Norah Sanders
Waarschijnlijk is Heineken de bekendste Nederlander ter wereld, al gaat het dan om de merknaam, niet om de persoon. Daarna volgen, in willekeurige volgorde, Anne Frank, voetballers (Johan Cruijff, Ruud Gullit), dj’s (Martin Garrix, Afrojack) en schilders (Vincent van Gogh, Rembrandt van Rijn). Vlak daarna volgt een politicus, de langstzittende premier uit de Nederlandse geschiedenis: Mark Rutte.
Robbert Wigt, docent Nederlands op Het Nieuwe Lyceum Bilthoven, schreef begin 2023 Supergaaf, een boek over het taalgebruik van Mark Rutte, tegenwoordig actief als secretaris-generaal van de NAVO. De omslag nodigt al uit tot lezen: een oranje, bulderlachende Mark Rutte, omgeven door blauwe letters, de kleuren van de VVD.
In zestien bondige hoofdstukken analyseert Wigt Ruttes argumenten en trucjes, die hij samenvat als zijn ‘enorme gereedschapskist’. Om Ruttes tools te analyseren, spit hij door de teksten van tal van debatten en televisieoptredens. Als aanvulling daarop interviewt hij hoogleraren, parlementair journalisten en oud-collega’s van de politicus. Het is behalve een analyse ook een korte geschiedenis van Ruttes premierschap.
Een van de geïnterviewde oud-collega’s is voormalig vicepremier Lodewijk Asscher, die al ver voor Wigts analyse op (toen nog) Twitter een tienledige lijst van Ruttes kenmerkende reacties plaatste. Wigt merkt op dat van de tien reacties ‘maar liefst zes ervan een directe opmerking richting zijn tegenstander [vormen]’. Een voorbeeld dat Wigt noemt is dat Rutte in een debat iets kan zeggen als ‘toen we zo goed samenwerkten sprak u heel anders’, waarmee de intenties van de tegenstander in twijfel worden getrokken.
Het boek is geen grote onthulling van ‘het mysterie Rutte’ en pretendeert dat ook niet te zijn. Het is vooral een minutieuze analyse van Ruttes retoriek, die hem heeft geholpen om bijna veertien jaar de premier en machtigste politicus van Nederland te zijn. Het laat zien hoe Rutte alle ijsbergen heeft weten te omzeilen. Voor eenieder die geïnteresseerd is in retoriek of politiek, is Supergaaf een aanrader. Wigt concludeert: ‘Volgens mij is Rutte een rationeel persoon die in een discussie het rationele eenvoudig kan laten varen als hij dat nodig vindt en ook buitengewoon behendig is in het voeren van die discussie. In een ongekend tempo schakelt hij tussen allerlei woorden, allerlei jargons, allerlei argumenten en allerlei onderwerpen. Dat maakt hem een verbaal heel begaafde premier.’ Het boek eindigt met een fictieve dialoog tussen een naamloze journalist en Rutte, waarin nog eenmaal Ruttes woorden, jargon en argumenten herkenbaar aan de orde komen.
Begin mei verscheen het nieuwste boek van Wigt, andermaal met een goedgekozen titel: Kopvoddentaal. Dat boek gaat, zoals de titel al doet vermoeden, over het taalgebruik van Geert Wilders. Hij doorbrak in november 2023 de VVD-hegemonie en was na vier verkiezingsoverwinningen van Rutte voor het eerst de populairste politicus bij de Tweede Kamerverkiezingen. Ook dit boek roept nieuwsgierigheid bij me op, al hoop ik ook dat er nog eens een boek verschijnt over Ruttes taalgebruik als NAVO-chef. Het zou me weinig verbazen als de gereedschapskist die Rutte in het Nederlands heeft, in zijn enigszins beperkte Engels verwordt tot een zakmes.
