Tekst door Job Korten, beeld door Alicia Koch
Recent is onder de titel: “Een hogere liefde” een bundel brieven uitgegeven die Albert Camus tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef, geadresseerd aan ‘een Duitse vriend’. Na het lezen van de bundel zou het naar mijn mening een goed idee zijn om onszelf allemaal een Duitse vriend aan te meten. Want die zijn, zo blijkt, de stilte zelve.
Allereerst wat context, in het boekje geleverd door een essay van Bas Heijne, in Babel geleverd door ondergetekende. Albert Camus (1913-1960) was schrijver, theatermaker, journalist, essayist, Nobelprijswinnaar en (gedisputeerd) filosoof. Een drukke man voor een drukke tijd.
Voor de geloofwaardigheid van deze recensie voel ik me genoodzaakt te vermelden dat Bas Heijne en ik beiden zeer gecharmeerd zijn van Camus. Het introducerende essay dat Heijne opstelt – wat 21 van de 78 pagina’s van het boekje beslaat – riekt naar ongenuanceerde idealisatie; Heijne is duidelijk bevlogen van het charmerende humanisme dat Camus presenteert.
Ik onderhoud al sinds mijn tienerjaren een affaire met Albert. Ik mag hem Albert noemen. Zijn filosofisch essay De mythe van Sisyphus bood mij de kleine antwoorden op de grote vragen die ik destijds (lees: tijdens de afgelopen pandemie) zocht. Ik heb indertijd enkele andere filosofische liefdes gekend, wijsgeren van groter en slimmer formaat. En alle kennis dat hij filosofisch niet gezond voor me is ten spijt, kom ik vaak met hangende pootjes terug bij mijn eerste. Achja, folie d’amour.
Dat is vrij paradoxaal. Maar stom genoeg past dat weer helemaal in de geest van de auteur. De brieven aan de Duitse vriend die hij opstelt zijn ook verdrongen van zijn interne strijd tijdens de bezetting. De strijd tussen het verzet dat hij levert en de gruwel die hij van het geweld en bloedvergieten ervaart. Maar Camus vindt plaats om zijn ‘hogere liefde’ uit te leggen aan zijn vriend, een liefde waarin de voorwaarden tot overwinning al zijn besloten, met name in zijn eerste brief. De brieven zijn hierin niet alleen een vurig pleidooi voor Camus’ wereldbeeld, maar ook een inzage in zijn psyche. En beide zijn door de tijd – en het thema van deze maand – onverminderd relevant gebleken.
Een correspondentie met de stilte
Over de brieven zelf valt ten eerste te zeggen dat de Duitse vriend helemaal niet bestaat. Niet heel gek, ze zijn immers niet ergens uit een Duitse zolder gevist, maar uitgegeven in een verzetsblad. Wat interessant is, is dat Camus wel reageert op de imaginaire brieven. Hij is in dialoog met de stilte. Zo opent hij de eerste brief met:
‘U zei tegen me: ‘De grootheid van mijn land kent geen prijs. Alles wat daaraan bijdraagt is goed. En in een wereld waar niets meer betekenis heeft, moeten zij die, zoals wij jonge Duitsers, het geluk hebben in het lot van hun natie betekenis te vinden, alles opofferen.’ Ik hield toen van U, maar hierom moest ik van u afstand nemen.’ (Camus 1943).
Hierin wordt een aantal zaken geïntroduceerd. Belangrijkste van dien is dat Camus en zijn vriend van hetzelfde punt vertrokken zijn. Ze geloven beiden niet in een wereld die inherent betekenis heeft. En al zou die betekenis er zijn, dat zou ze voor mensen niet kenbaar zijn. Dat is het uitgangspunt van Camus’ werken gedurende en tijdens de oorlog: de absurde mens, vragend om betekenis in een stilzwijgend universum.
Hij neemt afstand van zijn geliefde vriend wanneer deze blijk geeft van een overtuiging die onverenigbaar is met die van Camus. De vriend stelt het lot van zijn natie voorop, dat zal hem betekenis leveren. Geen prijs is te hoog als het zijn land ten goede komt. Hij verwijt Camus: ‘u houdt niet van uw land’. Dat verwijt Camus zichzelf dus. En hiermee bevraagt hij zichzelf tegelijkertijd.
Babel is geen Combat!, en Albert Camus is niet onze hoofdredacteur
De hele brievencorrespondentie is eigenlijk een vurig pleidooi dat Camus afschiet tegenover de vragende stilte, tegenover dat stemmetje in hem dat vraagt waarom hij vecht, maar ook waarom hij zich niet inlaat met de Duitse vriend, waarom zijn ideologie zo te minachten is. En dat drukt hij als volgt uit:
‘Dit land verdient mijn moeilijke en veeleisende liefde. Ik geloof dat ze het nu waard is om voor te vechten omdat ze een hogere liefde verdient.’ (Camus 1943).
De hogere liefde waar Camus het over heeft, betreft de moeizaamheid, de complexiteit van de waarden die Camus naar het hart staan. Het heen en weer, het pro en contra, links en rechts, these en antithese. De vele tegenstrijdigheden die bijdragen aan de ‘vrije wereld’ die overrompeld werd door de ideologie van de Duitse vriend wiens simpele, blinde liefde voor zijn natie al het andere tot stilzwijgen brengt. En dit is waar voor Camus de crux ligt. Er is geen één waarheid, of dat nou de natie of een andere ideologische invalshoek is.
Het belang van een Duitse vriend
Camus ontleedt de Duitse vriend – de stille leegte, niemand – in de brieven, maar in het schrijven naar de vriend overbrugt Camus dat wat het nationalisme van de Duitse vriend juist onderschat. Door een gesprek te voeren, al is het met zichzelf, zet Camus de waarden voort die zijn zijde volgens hem de overwinning zullen brengen. Het zijn de dialoog, de kritiek, de verschillende waarheden, naast elkaar en in debat.
Een vergelijking met onze tijd valt snel te maken. Ik hoef niet te schrijven dat er ook tegenwoordig nog mensen zijn die juist deze waarden als hindernis zien, als belemmering van de kracht die in hun ideologie huist. Wat het belang is van de Duitse vriend, is het vragen waarom en waarvoor we vinden wat we vinden, en wat we daarvoor bereid zijn te doen. Babel is geen Combat!, en Albert Camus is niet onze hoofdredacteur. Maar de redenen voor het schrijven van de brieven bestaan nog steeds. En hoewel Camus hoogdravend is en de toon wat dramatisch, is dat blijk van de passie voor hetgeen hij verdedigt in de brieven.
Ikzelf heb toevallig een Duitse vriend van vlees en bloed waar ik recent een brief naar heb geschreven, één waarmee ik ook vaak in de clinch heb gelegen, al was het om wat minder serieuze zaken. Maar ik geloof dat iedereen belang heeft bij een (stille) Duitse vriend, al is het om onszelf eens wat vragen te stellen, of alleen voor onszelf de stilte in te schrijven.
Brieven aan een Duitse vriend is in Athenaeum Boekhandel verkrijgbaar voor 12 euro 50.
