Tekst door Tania Al Hashimi, Phoebe Meekel en Suzanne Toussaint. Beeld door Anna Möricke
De blije tijd die de zomer heet komt er weer aan. Iedereen is vrij, klaar voor een drankje in het park, een feestje hier, of een ontspannen dagje uit daar. En bij die heerlijke tijd hoort natuurlijk ook heerlijk eten. Onze redacteurs helpen je graag op weg met wat inspiratie voor een lekker makkelijke zomerse maaltijd, voor een culinair hoogstandje om indruk te maken op je date (of jezelf), en natuurlijk voor het toetje achteraf.
De anti-mayonaise pastasalade van Tania
Koken is een van mijn favoriete bezigheden, op één tijd van het jaar na: de zomer. Smachtend wacht ik het hele jaar op de dagen die niet lijken te eindigen, het rondlopen zonder jas en vooral heerlijk veel buiten zijn.
Maar gegeten moet en zal er worden, of het nu zomer is of niet. En het liefst ook een beetje lekker en gezond. Voor een ieder die zichzelf niet wil ontdoen van het plezier van een lekkere en gezonde maaltijd, zonder veel tijd achter het fornuis te brengen, heb ik een leuk pastatrucje voor de befaamde pastasalade. Van doorsnee pastasalades gaan mijn haren namelijk rechtop staan – vooral de varianten met dikke klodders mayonaise en vreemde combinaties van in blokjes gesneden groenten. Ik voelde me daarom gedwongen iets anders te doen. In principe doe je wat je zou doen voor een eenvoudige pastasalade: je kookt pasta, snijdt wat cherrytomaatjes, basilicum en mozzarella, en mengt alles door elkaar. Voordat je alles mengt, verhit je eerst een royale scheut olijfolie en gooi je dit over de basilicum en cherrytomaatjes heen. Op deze manier versterk je alle smaken en krijgt het gerecht een heerlijk sauzig en aangenamere textuur, zonder dat het extra werk vereist. Eet smakelijk en veel plezier buiten!

Ingrediënten (voor 2 personen):
160-200 gram pasta
250-500 gram cherrytomaatjes
2 teentjes knoflook
Zoveel basilicum als je wil
Pecorino (alternatieven: Grana Padano of Parmigiano)
Mozarella (halve tot hele bol)
Olijfolie
Zwarte peper
Optioneel: olijven
- Kook de pasta al dente in goed gezout water (volg de aanwijzing op de verpakking).
- Halveer ondertussen de cherrytomaatjes en zout ze.
- Scheur de basilicum en voeg deze toe aan de tomaatjes.
- Rasp 2 teentjes knoflook en voeg ze toe aan de tomaten.
- Verhit wat olijfolie tot het goed heet is.
- Gooi de olijfolie over de cherrytomaatjes en basilicum heen.
- Combineer het tomatenmengsel met de pasta als deze al dente is.
- Voeg de gescheurde mozarella toe.
- Maak af met zoveel geraspte Pecorino als je wil en zwarte peper.
De watermeloensteak van Phoebe
Het zomerweer is een goede aanleiding om lekker in de tuin of in het park te barbecueën. Maar voor wie geen vlees of vis eet kan het soms aanvoelen alsof de opties van slechts paddenstoelen of geroosterde paprika’s beperkt zijn. Niets is minder waar: bij deze het recept dat ik heb geleerd van horecagroothandel Chefs Culinar voor de heerlijke gerookte watermeloensteak! (Die overgens niet naar vlees smaakt, maar wel voor een totale transformatie van de watermeloen zorgt).
Voor dit recept moet je enig geduld hebben – de bereidingstijd is 32 uur. Eerst bereid je het pekelwater door een liter water in een kookpan te gieten en dit te mengen met zout, koriander en oregano. Breng dit mengsel aan de kook en laat dit vervolgens afkoelen. Daarna schil je de watermeloen totdat er alleen maar rood vlees overblijft en de witte schil volledig verdwenen is. Wanneer je pekelwater genoeg is afgekoeld, is het tijd om dit te mengen met twee liter koud water. Zo maak je een heerlijk badje waarin jouw schilloze watermeloen tot rust kan komen. En tot rust komt deze watermeloen zeker, aangezien je haar 24 uur laat pekelen.
Nadat de watermeloen als verschrompelde omahandjes uit het pekelwater komt en je deze goed droogdept, steek je de barbecue aan, waarbij je de briketten in een c-vorm langs de wand van de barbecue positioneert. Leg op deze twee-briketten-brede c-vorm nog een laag van twee briketten breed erbovenop. Je moet vier briketten overhouden! Wanneer de c-vorm na tien à twintig minuten begint te smeulen, leg je dit aparte briket aan het uiteinde van deze c. Zo blijft de barbecue tien tot achttien uur werken. Je bedekt de vorm met drie grote stukken rookhout, zodat de watermeloen zijn kenmerkende smaak krijgt.
Wrijf de drooggedepte watermeloen zachtjes in met kruiden en plaats haar in de ovenschaal. En omdat je van haar houdt, zorg je ervoor dat de temperatuur constant op 130-135 ℃ blijft.
Uiteindelijk bevrijd je de gerookte watermeloen uit de barbecue en laat je haar afkoelen, waarna je haar bakt in gekruide olijfolie. Snijd de watermeloen in stukken en geniet ervan. Zo zie je maar: vegan barbecuen hoeft helemaal geen straf te zijn!

Ingredienten:
Voor het pekelwater:
- 3 L water
- 100 g zout
- 2 el oregano
- 1 el gemalen koriander
Voor de wrijving:
- 2 el paprikapoeder
- 1 tl uienpoeder
- 0,5 tl cayenne poeder
- 0,5 tl koriander poeder
- 0,5 tl gedroogde oregano
Voor het bakken:
- Olijfolie
- 4 takjes verse rozemarijn
- 4 tenen knoflook
1. (32 uur van tevoren): kook 1 liter water met zout, oregano en koriander in een pan. Laat na het koken het pekelwater afkoelen.
2. Schil de watermeloen.
3. Meng het pekelwater met 2 liter koud water en pekel de watermeloen hier voor 24 uur in.
4. (8,5 uur van tevoren): Steek de barbecue aan en maak een c-vorm van 2 lagen die 2 briketten breed zijn en leg deze langs de wand van de barbecue. Houd 4 briketten over en leg steeds een briket bij het uiteinde van de c-vorm, wanneer deze begint te smeulen. Leg 3 grote stukken rookhout in deze vorm en plaats een bakje water in de barbecue.
5. (8 uur van tevoren): Haal de watermeloen uit het water en dep deze droog, waarna je deze zacht insmeert met de kruiden. Leg deze watermeloen op een ovenschaal en laat deze 8 uur lang roken op de barbecue, waarbij je erop let dat de temperatuur op 130-135 ℃ blijft.
6. (30 minuten van tevoren): Haal de watermeloen uit de barbecue en verwarm olijfolie met daarin 4 takjes rozemarijn en 4 stukjes gekneusde teentjes knoflook. Laat deze smaak in de olie trekken.
7. Kerf de watermeloen in verticale en horizontale strepen op de bovenkant en doe deze in de pan samen met de sappen uit de ovenschaal. Blijf de watermeloen verwarmen op middelhoog vuur, terwijl je de olie steeds over de watermeloen blijft lepelen.
8. En voilà, na 5 minuten ben je klaar en kun je de watermeloen eten!
De lemonbars van Suzanne
Ik word altijd zo vrolijk van de zomer! Mooi weer, ijsjes eten, zwemmen, barbecueën, lekker lang licht buiten… Het enige nadeel van de zomer vind ik dat ik met de warmte vaak geen zin heb om uren in de keuken te staan. In de hitte iets bakken, is verre van ideaal: de chocola smelt onder je vingers weg, de botercrème zakt van taarten af en het zweet druipt onder je oksels vandaan. Mocht je nou zin hebben om toch iets lekkers op tafel te zetten, maak dan deze lemon bars! Deze repen bestaan uit een bodem van crispy shortbread met een zachte, smeuïge lemoncurdlaag erbovenop.
Lemon bars zijn in Amerika enorm populair, maar in Nederland (nog) niet, helaas. Citroenen zijn hier wel al eeuwen een populair ingrediënt om mee te bakken. Ze werden al genoemd in de Verstandighe kock of sorghvuldige huyshoudster uit 1669. In dit kookboek werden de citroenen verwerkt in gelei, taarten en custard en die laatste lijkt sterk op de lemon curd van nu. Shortbread, de bodem van de lemon bars, was zelfs al populair ten tijde van de Renaissance.
De onderdelen van lemon bars bestaan dus al jaren, maar pas in de twintigste eeuw is er iemand op het geniale idee gekomen om de twee te combineren. Het eerste geprinte recept verscheen op 27 augustus 1962 in de Chicago Daily Tribune. Het recept, ingestuurd door Mrs. Eleanore Mickelson naar de column ‘Todays 5$ Favorite Recipe’, verschilt aanzienlijk van moderne recepten. In plaats van vier tot zes eieren, gaan er maar twee eieren in. Daarnaast worden er maar een magere drie eetlepels citroensap gebruikt in plaats van het sap van zes citroenen, zoals nu gebruikelijk is.
In 1963, het jaar daarop, kwam het Betty Crocker’s Cooky Book uit met daarin ook een recept voor lemon bars. Het recept lijkt ontzettend op dat van Mrs. Eleanore Mickelson, maar dankzij dit kookboek verspreidde de lemon bar zich over heel Amerika.
Inmiddels bestaat er zelfs een National Lemon Bar Day in Amerika, op 15 oktober. Deze is in 2019 bedacht door Michael McCarthy, een Britse milieuactivist en journalist, nadat hij ontdekte dat veel mensen nog nooit een lemon bar gegeten hadden. Op deze dag worden mensen aangemoedigd om lemon bars te bakken, te verkopen en recepten te delen.
Ook in Nederland zijn er veel mensen die nog nooit een lemon bar hebben geproefd. Dat vind ik erg jammer, want lemon bars zijn bizar lekker. Het is het perfecte gebakje voor de warme zomerdagen: lekker fris en fruitig! Maar eerlijk gezegd, lemon bars zijn zo lekker dat ik ze het hele jaar door eet…

Ingrediënten:
Voor de bodem:
-275 g bloem
-65 g poedersuiker
-225 g boter
-½ tl zout
-1 tl vanille extract
Voor de citroenlaag:
-450 g suiker
-60 g bloem
-240 ml citroensap (van 5-6 citroenen)
-6 eieren
- Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius, onder- en bovenwarmte.
- Vet een bakblik van 23 bij 30 cm in met boter en bekleed het blik met bakpapier. Zorg dat de bodem en de brede zijden bedekt zijn, zo kan je de lemon bars makkelijker uit de vorm krijgen.
- Smelt de boter op laag vuur in een steelpan.
- Roer de bloem, de suiker en het zout in een kom door elkaar.
- Roer de gesmolten boter erdoor.
Verdeel het deeg gelijkmatig over de bodem, druk het zachtjes aan met je handen.
- Bak de koeklaag twintig minuten tot de zijkanten lichtbruin zijn. Maak ondertussen de vulling.
- Pers het citroensap uit de citroenen.
- Roer de suiker en de bloem in een kom door elkaar.
- Voeg het citroensap en de eieren toe en kluts alles met een garde tot een glad mengsel.
- Giet het citroenmengsel op de gebakken bodem en bak het 20-25 minuten tot de citroenlaag stevig is. In het midden mag het nog een beetje wiebelen.
- Laat de lemon bars 2 uur afkoelen op kamertemperatuur. Zet het baksel daarna 2 uur in de koelkast om verder op te stijven.
- Bestuif de lemon bars voor het serveren met poedersuiker en snijd het in kleine stukjes (of in grote stukjes).
