De toekomst van mijn overvolle camerarol

Tekst door Pleun Kraneveld, beeld door Bert Slenders

In een digitale wereld lijkt elk beetje informatie vereeuwigd. De oude Facebookpagina van mijn oma, dat profielwerkstuk uit de vijfde klas, een tien jaar oude vakantiefoto. Vast en veilig opgeborgen heb ik in twee klikken toegang tot alle informatie die ik nodig heb. Maar te midden van deze overvloed aan online data vraag ik mij af: hoelang zal deze schatkist aan digitale data voortbestaan?

Op het moment telt mijn fotogalerij 59.506 foto’s. Een collectie van zes jaar aan vakanties, concerten, indrukwekkende pastagerechten, spiegelselfies en blundermomenten. Zes jaar gevuld met kostbare herinneringen. Wanneer ik plotseling door een flashback overvallen word, leidt enkel een vlugge scroll door mijn camerarol tot het aantoonbare bewijs van mijn verleden. Die mooie zonsondergang of dat euforische moment vooraan bij mijn lievelingsband. Online leven mijn herinneringen voor eeuwig en altijd voort. 

Met een zomer vol mediterrane vakanties en festivals gepland, zal mijn camerarol zich de komende maanden weer significant vermenigvuldigen. Of het creëren van een korte video mij uit het ‘genot van het moment’ zal trekken, doet er voor mij niet toe; het vastleggen van de tijdloze herinnering zal uiteindelijk van echte waarde zijn. Maar staan deze herinneringen werkelijk zo vast als ik mezelf wijsmaak?

In de zomer van 1966 stuurde NASA een ruimtevaartuig genaamd Luna Orbiter 1 naar de maan om foto’s te maken. Het voornaamste doel van dit project was het fotograferen van het maanoppervlak, om een potentiële maanlanding te kunnen lokaliseren. Deze nieuwe, baanbrekende afbeeldingen werden terug naar de aarde gestuurd om daar geobserveerd te worden. De foto’s werden op magnetische tapes opgeslagen, waarna ze door middel van een tape drive, een apparaat dat gegevens op die tapes leest, bekeken konden worden. Een waterdicht systeem, totdat deze zeldzame tape drive begon te haperen. Omdat het magnetische drive-apparaat voor de medewerker niet langer belangrijk was, had NASA geen interesse om deze te onderhouden. Uiteindelijk raakte het toestel, een aantal jaar na de visuele ontdekkingen, defect. De foto’s gemaakt door Luna Orbiter 1 waren dus, ondanks het feit dat de tape nog steeds functioneerde, voor NASA ontoegankelijk. De data bleven ongeschonden in de tapes, maar voor de mens zelf een mysterie. 

Het verhaal van NASA belicht het begin van een tijdperk dat steeds dichterbij lijkt te komen: een Digital Dark Age. Google Data-analist Rick West waarschuwt Google-gebruikers voor de ambigue aard van online data, en voornamelijk voor het behouden van informatie zelf: ‘We may one day know less about the early 21st century than we do about the early 20th century.’ Hij doelt hier op de kwetsbaarheid van digitale informatie. Het merendeel van de informatie over onze tijd is namelijk digitaal geboren en leeft digitaal voort. De conclusie van Rick West gaat wellicht recht tegen onze intuïtie in; met het conserveren van online data is informatie toegankelijker dan ooit. Met enkel Google en een handvol rake zoektermen ben ik in staat om dit artikel te schrijven. De benodigde informatie ligt aan mijn voeten, gegrond in een veilig, onfeilbaar systeem. Hoe is het mogelijk dat het online veld van permanent beschikbare informatie, inclusief het artikel van deze passieve verslaggever, uit ons zicht zal raken?

Digitaal geboren media, zoals foto’s, hebben over het algemeen een kortere levensduur. Dit komt door de groeiende ontwikkeling van bestandsformaten en software. Om een afbeelding in een database te kunnen opslaan, is het dus nodig om regelmatig kopieën te maken. Dit zorgt ervoor dat de informatie in het juiste formaat beschikbaar blijft. Om die zomerse foto met mijn vrienden op een terras te kunnen bewaren, moet ik deze op een toegankelijke plek opslaan. Ik kies er dus voor om deze foto in de iCloud op te slaan. De afbeelding bestaat uit vele minuscule stukjes informatie, ook wel bits genoemd. Door deze bits over te dragen naar een database, zoals het bewaren in de cloud, wordt de afbeelding opgeslagen. Dit systeem lijkt wellicht onfeilbaar, maar de piepkleine bits van jouw vakantiefoto’s zijn kwetsbaar. Bij herhaaldelijke overzetting kan een bit degraderen of zelfs verloren gaan, bijvoorbeeld door gebrek aan communicatie tussen twee verschillende softwares. Na verloop van tijd zullen de onderliggende data van de afbeelding dus veranderen en uiteindelijk onbetrouwbaar zijn. 

Hoe kwetsbaar digitale bestanden precies zijn, kunnen we begrijpen aan de hand van klassieke cassettebandjes. De audiocassette was in de jaren 90 de meest toegankelijke en gebruikelijke wijze om audio’s op te nemen en te bewaren. Om een audiobestand van de ene naar de andere cassettetape over te brengen, was het nodig om een kopie te maken. Bij het kopiëren van een cassetteaudio, bleef er telkens een vleugje informatie achter in het oude apparaat, een verlies dat ten koste ging van de audiokwaliteit. Een te hoge hoeveelheid aan kopieën maakte de muzikale voortplanting echter steeds moeilijker, en uiteindelijk waren kopieën van een te lage kwaliteit om de audio af te spelen. 

Bij elke software-update van de iCloud in je iPhone, moeten er dus constant kopieën gemaakt worden, een proces dat gepaard gaat met risico’s. Maar naast de omzet van data, moet ook de database zelf soepel blijven draaien om informatie toegankelijk te houden. Digitale opslagruimtes evolueren snel, dus om online informatie te behouden moeten gegevens met dezelfde snelheid mee-evolueren. Het opslagsysteem waarin de bits van mijn zomerfoto’s bewaard blijven is in een voortdurende, steeds sneller veranderende ontwikkeling. Wanneer een opslagruimte beschadigd raakt of na verloop van tijd uitvalt, zullen de online gegevens binnen dit systeem verloren gaan, en daarbij zullen ook mijn adembenemende strandfoto’s in de vergetelheid raken.

Er gaat dus veel tijd en energie verloren in het maken van kopieën en het onderhouden van softwaresystemen. Dit is een actief proces, er zijn mensen nodig die blijven werken aan het overdragen van online data. Zoals het verhaal van de Luna Orbiter 1 ons laat zien, is dit niet altijd vanzelfsprekend. Wie weet of mijn camerarol over tien jaar voor een databasebeheerder nog interessant en relevant genoeg is om naar een moderner systeem te verplaatsen? Hoe mooi mijn prachtige plaatje van de zonsondergang ook is, wie weet of mijn foto’s überhaupt binnen een toekomstige database kunnen functioneren? Volstaat de strandselfie de velen kopieën en digitale schakelingen, of gaan de kleurrijke bits van mijn afbeelding bij dit proces verloren? 

Of die adembenemende zonsondergang door middel van een scherm langer zal voortleven, is dus nog maar de vraag. Voor nu is het enige wat met zekerheid te zeggen valt: hoe meer data, hoe meer risico’s. Zowel de data gegevens zelf, als het data apparaat waarin de data wordt opgeslagen, kunnen met verloop van tijd verloren gaan. Hoe vaker we nieuwe telefoons aanschaffen en onze iCloud vernieuwen, en hoe vaker onze camerarol zich vermenigvuldigt, des te fragieler onze foto’s worden. Het lijkt dus steeds onwaarschijnlijker dat die zomerse vakantie met strandfoto’s en zonnige selfies met een Aperol Spritz in de hand, zal dienen als eeuwig bewijs van genot. Hoe vaak je je trotse vakantie foto’s ook deelt; met de jaren zal je digitale vakantiebewijs verloren gaan. 

De strijd tussen ons behoud en de vervaging van herinneringen zal eeuwig voortleven, en een gemaakte fotoreeks zal hier helaas geen uitweg bieden. Herinneringen zijn, en blijven, fragiel, en daarom des te belangrijker om te koesteren. Dus of je nu langs kronkelende straatjes in een oud Europees dorpje dwaalt, de uitgestrekte landschappen van een gebergte verkent, of jezelf verliest in de levende chaos van een mediterraanse vismarkt; uiteindelijk zullen enkel herinneringen zelf de grenzen van onze digitale bestanden overstijgen. 

En als die foto dan echt zo adembenemend is en voor geen geld in een verouderd datasysteem kan verdwijnen, dan kan je altijd nog het advies opvolgen van Rick West: Print de belangrijke foto’s uit en sla ze veilig op. Voor mij in ieder geval voldoende reden om deze zomer een kritische blik op mijn overvolle camerarol te werpen.

Plaats een reactie