Tekst door Pleun Kraneveld, beeld door Alicia Koch
De straten van Bologna, een middeleeuwse stad in centraal Italië, zijn smal, oud en kwetsbaar. Er moeten belangrijke keuzes gemaakt worden over de indeling van deze wegen. Fietsers moeten steeds vaker plaatsmaken voor auto’s, die de smalle straatjes nu domineren. Deze verandering roept veel discussie op, en steeds vaker worden er protesten georganiseerd tegen de uitbreiding van autowegen in de stad. Daarom vroeg ik me af: welke rol speelt de fiets in Bologna, en hoe verhouden de inwoners zich tot de straatinfrastructuur in het stadscentrum?
Op een benauwde dinsdagmiddag fiets ik door de stokoude steegjes van Bologna. Ik probeer langs de auto’s, ronddwalende toeristen en containers mijn route uit te stippelen. De rijdende voertuigen ontwijkend, waan ik door het drukke centrum van de stad. De smalle straatjes blijken een uitdaging en de bussen en taxi’s hebben geen genade voor een kwetsbare fietser. Toch blijf ik gestaag doortrappen op de onverharde wegen en neem ik de obstakels voor lief.
Na mijn fietstocht spreek ik met een student aan de Universiteit van Bologna, wie mij een gedachte-experiment voorstelt: Vervang de parkeerplaatsen voor een afgrond en de voor auto’s gereserveerde ruimtes voor een klif, eindigend in een onbekend diep dal. Het voorheen beschreven scenario klinkt nu niet zo onschuldig meer. Een fietstocht door het centrum wordt meer dan enkel een uitdagend spelletje en de stad krijgt een levensgevaarlijke lading over zich heen. De fietser heeft bijna geen ruimte meer over en zal een tocht door de stad niet zo snel wagen.
Dit gedachte-experiment werd voorgesteld om de contrasterende situatie in de stad te belichten. Bologna is bij uitstek een fietsstad. Dit is zowel de algemene reputatie als het commerciële uitgangspunt van de gemeente zelf. De toon wordt gezet doordat in Bologna de wegen op zaterdag en zondag autovrij zijn. Er bevinden zich dan alleen nog uitgebreide terrassen en groepen van fietsers op deze wegen, waardoor de straten in de weekenden een knusse en toegankelijke sfeer hebben. De stokoude straatjes, dan enkel voor de voetganger of fietser bereikbaar, hebben het gewenste esthetische effect en dienen voor de toerist dan ook als prikkelend spektakel. De gemeente lijkt de rol van fietsen in het oude stadje dus erg serieus te nemen en als trots te beschouwen. Of is dit wat de stad ons wil laten geloven?
Het voorheen beschreven gedachte experiment lijkt namelijk een heel ander beeld te schetsen. Wanneer de weekendtoerist weer naar zijn reguliere werkweek is teruggekeerd, lijkt de behoefte om de stad fietsvriendelijk te maken plots weggevaagd. Op maandagochtend rijden de bussen en taxi’s als gewoonlijk weer dreigend de wegen op. Veel fietsers en studenten in Bologna hebben forse kritiek op dit wegenbeleid. Als het op de daadwerkelijke bewoners zelf aankomt, lijken de verschillende behoeftes en verlangens niet in acht te worden genomen. De uitgestippelde ‘fietspaden’ overlappen met parkeerplaatsen en het is alsof de overmatige putjes en deuken aan de zijkant van de straten,de ontwerper van deze fietspaden niet zijn opgevallen. Hoewel Bologna zichzelf graag als fietsstad voordraagt, schijnt het beleid de fietser allesbehalve te stimuleren. Een blik op het Italiaanse fietsbeleid in Bologna doet zo de commerciële beweegredenen van de gemeente doorschijnen.
Het realiseren van een autovrij stadscentrum is de gemeente van Bologna binnenkort niet van plan. Twee jaar geleden werd het project ‘Il Passante Di Mezzo’ – de nieuwe snelweg rondom Bologna – bekendgemaakt. In een cirkel van rond de drie kilometer vanaf het stadscentrum zou een nieuwe weg met de breedte van het ‘Piazza Maggiore’, het grootste plein van de stad, worden gebouwd. Het voornemen was om de stad voor zowel de rijdende toerist als de bezorger toegankelijk te maken. Kortom: autovriendelijker. Vanuit Bologna is er vanuit de fietsgemeenschap aardig wat verzet op dit voorstel gekomen.
In de regenachtige winter van 2021 verzamelden honderden studenten zich op Il Passante Di Mezzo. Hoewel er diverse beweegredenen voor de bezettingen waren, bleek één thema dominant: onbegrip voor de Italiaanse regering. Het voornemen om Bologna nog toegankelijker voor auto’s te maken, leek in compleet contrast te staan met de huidige en toekomstige behoeftes van de bewoners zelf. Op spandoeken werd de stad The City Of Greenwashing genoemd. Hoewel Bologna zichzelf graag als duurzame en fietsvriendelijke stad postuleert, toonden de feiten een compleet andere realiteit. Volgens de studenten van de stad stond de indeling van de wegen enkel in het teken van consumptie en handel, zonder dat het klimaat of de behoeften van de stadsbewoners daarbij enigszins werden overwogen. De toename van auto’s in het centrum van de stad reikte voorbij de infrastructuur zelf. Deze dominante voertuigen waren voor de bewoners van Bologna symbolisch voor de massaconsumptie, het overmatig toerisme en de aftakelende luchtkwaliteit in het gebied rondom de stad.
Wat er met de straten gebeurt en door wie ze gedomineerd worden, is in Bologna dus niet alleen een praktische, maar ook een politieke kwestie. Vele bewoners kiezen, ondanks de ongunstige omstandigheden, voor de fiets, als verzet tegen het dominante autobeleid. Voor één van deze bewoners is het verplaatsen met de tweewieler elke dag weer een belangrijke ethische overweging. Voor haar zijn auto’s symbolisch voor wat de overheid van de burgers wil maken; werkende machines. De bewoner kan zich tussen werk en thuis bewegen zonder enige vorm van communicatie of beweging. Puur in anonimiteit gehuld, kan hij of zij zich in deze bewegende machine voortbewegen zonder met enkel tegengeluid te worden geconfronteerd. Auto’s garanderen zo een eindeloos conformisme en bevestigen de gangbare levensstijl van de consumerende burger. De rijdende machine houdt de bestuurder in zijn of haar eigen bubbel vast, zonder dat er over de schadelijke consequenties en effecten nagedacht hoeft te worden.
Wat er met de straten gebeurt, en door wie ze gedomineerd worden, is in Bologna niet alleen een praktische, maar ook een politieke kwestie
Het kiezen voor de fiets biedt voor veel Bolognezers dan ook ruimte voor zowel individuele als maatschappelijke kritiek. Naast het feit dat de fiets een duurzame optie is, staat de fiets als vervoermiddel ook symbool voor communicatie, openheid en gelijkheid. De mobiliteit van de fiets maakt het noodzakelijk om met anderen te communiceren, en het forceert de bestuurder rond te kijken en zich van zijn omgeving bewust te worden. Met de fiets kan je eindeloos ronddwalen, smalle wegen ontdekken en onvoorspelbare paden aantreffen. De fiets biedt mogelijkheden: tot individuele vrijheid en collectieve vrijheid van economische tijdsgebonden omstandigheden.
Naast het feit dat de fiets een duurzame optie is, staat de fiets als vervoermiddel ook symbool voor communicatie, openheid en gelijkheid
Het behouden van de fiets als gangbaar voertuig in Bologna is van groot maatschappelijk belang. De fiets biedt een alternatief voor de oneindige cirkel van productie en consumptie. De fiets is een uitweg uit de sleur tussen werk en huis. Kortom: dit voertuig laat zien dat het ook anders kan. Hoewel vanuit het belang van de gemeente de fiets enkel als commercieel instrument wordt gebruikt, vinden veel bewoners het cruciaal dat dit vervoermiddel ook in het daadwerkelijke beleid wordt gestimuleerd. Uiteindelijk kan de fiets een uitweg bieden om burgers samen te brengen, in plaats van ze gescheiden te houden. Als Bologna zichzelf graag als fietsstad wil presenteren, is het dus van belang dat niet enkel de commerciële naam in acht wordt genomen. In dat geval moet er voor de fietsende bewoners ruimte worden gemaakt, zowel in de grote straten als de smalle middeleeuwse weggetjes. Dat betekent minder rijdende machines, minder parkeerplaatsen en bredere fietspaden. Want enkel zo komt de regering haar woord na.
