In gesprek met componist Joey Roukens: over vernieuwing en vernieuwend zijn

Tekst door Dominique Seelen, beeld door Bob Foulidis

In 2019 deed ik mee aan het prestigieuze Davina van Wely Vioolconcours. Daarvoor moest ik het hedendaagse werk Riffs, geschreven door Joey Roukens, instuderen. Ik had de eer om van deze (levende!) componist een masterclass te krijgen over dit stuk. Zijn vernieuwende stijl en scherpe blik inspireerden me. Toen werd besloten dat deze editie van Babel zou gaan over vernieuwing, moest ik meteen aan deze les denken, dus greep ik de kans hem te interviewen.  

Hi Joey Roukens, bedankt dat je dit interview wil doen voor Babel! Om onze lezers een beetje kennis te laten maken met jou als persoon: met welke drie woorden zou je jezelf omschrijven?

In drie woorden maar! Natuurlijk ‘componist’, ‘eclectisch’ en dan toch ook maar ‘hedendaags’. Het componist-zijn zat denk ik al van nature in mij. Het begon rond mijn zevende met de korte stukjes die ik componeerde tijdens mijn pianolessen. En dit moet je niet zien als iets bijzonders, hoor. Picasso zei immers al: ‘Alle kinderen zijn kunstenaars, alleen de moeilijkheid is om er eentje te blijven.’ Het componeren werd wel steeds serieuzer: ik deed mee aan concoursen en won diverse prijzen, en van het een kwam het ander.

Duidelijk! En welke rol speelt ‘eclectisch’ in jouw persoonlijkheid?

Als tiener luisterde ik al naar allerlei soorten muziek: van Mahler en Mozart tot popmuziek als Radiohead en Blur. Ook speelde ik tot na mijn twintigste in verschillende bandjes. Hoewel ik mezelf wel als een klassieke componist zie, hebben deze verschillende stijlen en elementen die ik luisterde, mijn muzikale DNA gevormd. Dat hoor je terug in mijn muziek: muziek is namelijk een reflectie van wie je bent en de dingen die je gevormd hebben in het leven. 

Interessant. We weten dus nu hoe ‘componist’ en ‘eclectisch’ betrekking op je hebben. Hoe zit dat met ‘hedendaags’?

Mijn muziek valt ten eerste onder hedendaagse klassieke muziek. Niet alleen omdat ik een componist ben, die leeft in deze tijd, maar ook omdat ik streef naar een klank van nu. Ik wil geen componist zijn die bijvoorbeeld klinkt als een onbekende tijdgenoot van Mozart. Ik wil dat mensen kunnen herkennen dat mijn composities in de moderne tijd geschreven zijn.

Is dit mixen van stijlen ook iets vernieuwends in de muziek, of is dit al eerder gedaan in de muziekgeschiedenis? En speelt deze techniek bij meer hedendaagse componisten een rol?

Het is belangrijk om te weten dat klassieke componisten al veel eerder bezig waren met het verwerken van populaire muziek, in de breedste zin van het woord. Denk bijvoorbeeld aan de Hongaarse volksliedjes die Bartok gebruikte. Pas na de Tweede Wereldoorlog gingen componisten op zoek naar een compleet nieuwe taal van de muziek. Populaire muziek werd een taboe, de composities werden steeds complexer, ontoegankelijker en gericht op één geheel nieuwe muziekstijl. Tegenwoordig zijn componisten weer meer gefocust op het verbinden van verschillende stijlen en elementen en proberen we juist niet af te drijven van het publiek. 

Je geeft aan dat het mixen van stijlen jouw muzikale DNA vormt, maar tegelijkertijd stel je dat deze techniek zowel vroeger als nu ook door andere componisten wordt gebruikt. Hoe kunnen we jouw muziek onderscheiden van andere composities?

Het karakteristieke van mijn eigen muziek ligt in de manier waarop ik verbindingen leg tussen stijlen en patronen. Denk bijvoorbeeld aan de soort harmonieën die ik kies en de ritmes die ik gebruik. (Harmonieën zijn de akkoorden van de muziek die bepalen of een stuk bijvoorbeeld verdrietig of blij klinkt en ritme betreft de snelheid waarmee noten elkaar opvolgen. Je kan ze de muzikale bouwstenen van een compositie noemen. In verschillende stijlen worden verschillende (combinaties van) muzikale bouwstenen gebruikt – red.) Voor mij zit vernieuwing dus niet in de muzikale bouwstenen zelf, maar in de manier waarop ik ze gebruik. 

Is dat ook de reden waarom steeds meer jongeren zich aangetrokken voelen tot jouw composities?

Ja, dat kan ik bevestigend beantwoorden. Op dit moment is klassieke muziek echt te veel in een ‘cultureel getto’ gestopt. Hiermee bedoel ik dat klassieke muziek door de vernieuwingsdrang na de oorlog steeds ontoegankelijker werd. Dat vind ik jammer. Klassieke muziek is complex, maar als componist hebben we wel een aandeel in de verstaanbaarheid van composities voor het publiek. Ik geloof namelijk dat de intellectuele inhoud van de componist in de compositie als doel heeft de emotionele lading coherent te maken. 

Heb je bepaalde doelen in gedachten voor de composities die je maakt?

Het belangrijkste doel is voor mij dat ik mensen wil raken, hoe cliché dit ook mag klinken. Dit kan bijvoorbeeld ontroering zijn, maar ook een prikkeling of een gevoel van vreugde. Ik wil mensen raken in hun hart. 

En dan een heel ander soort vraag: in de klassieke wereld wordt Beethoven beschouwd als ‘de god’ van de compositie. Jouw composities worden heel goed ontvangen en over de hele wereld uitgevoerd. Wat zou je zeggen tegen mensen die beweren dat jij de nieuwe Beethoven bent?

Nee, dat is écht onmogelijk. Ik zou het een hele eer vinden, maar ik zou al blij zijn als ik de pink van Beethoven zou kunnen evenaren. Beethoven is echt onbereikbaar. Ik ben Joey Roukens en het enige wat ik kan doen, is proberen de best mogelijke versie van Joey Roukens te zijn. 

Als we kijken naar de toekomst, hoe ziet volgens jou de wereld van de klassieke muziek er over vijf jaar uit?

Dat vind ik lastig te zeggen, maar het is interessant dat er de afgelopen jaren zulke snelle veranderingen hebben plaatsgevonden. Denk aan bijvoorbeeld social media. Toch denk ik dat er inhoudelijk gezien weinig in de klassieke muziek zal veranderen in de komende vijf jaar. Je ziet het nu ook: er zijn her en der wel vernieuwende projecten, maar er is nog dezelfde soort programmering en opbouw. Ik kan me wel voorstellen dat de verpakking van klassieke muziek zal veranderen: cd’s, ooit het ultieme medium voor klassieke muziek, verdwijnen steeds meer en streamingdiensten nemen nu al de leiding. Mijn best beluisterde muziek op Spotify is bijvoorbeeld een kort stukje geknipt uit een dubbelpianoconcert dat ik heb geschreven, dat nu te beluisteren is in calming music-lijsten! 

En als we het persoonlijker maken: waar zie je jezelf over tien jaar?

Dat is ook een moeilijke vraag. Inhoudelijk gezien merk ik dat ik de afgelopen jaren steeds meer strakke muziek schrijf. Eerder schreef ik ook romantische stukken, maar de laatste jaren is de invloed van minimal music sterker geworden. Het zou kunnen dat ik steeds meer de kant van de minimal music op ga, maar ik zal wel altijd gebruik blijven maken van een mix van stijlen. Maar ik kan niks met zekerheid zeggen, misschien koop ik over tien jaar wel een B&B in Zuid-Afrika, haha! Het belangrijkste is dat ik nu componeer en dat ik daar gelukkig van word, en ik hoop daarmee nog lang mensen te kunnen raken.

Tot slot: voor de lezers die nog niet bekend zijn met jouw muziek, welke stukken zou je aanraden?

Dan denk ik dat ik twee stukken zou aanraden: In Unison, een dubbelpianoconcert geschreven voor de geniale pianobroers Jussen, en mijn Symfonie No. 1, die beide op YouTube en Spotify staan. Het zijn wel langere stukken, maar ze representeren echt mijn stijl op dit moment. Voor mensen met een korte spanningsboog is bijvoorbeeld Chase geschikt. Maar ik zou toch aanraden de lange stukken te luisteren!

Plaats een reactie