De opluchtende filmwereld van Hayao Miyazaki

Tekst /// Riccardo Tosellini Beeld /// Winonah van den Bosch

Het zien van een Hayao Miyazaki-animatiefilm is een van de meest adembenemende ervaringen die een kind voor het grote scherm kan beleven. Films zoals My Neighbour Totoro (1988) en Spirited Away (2001) hebben zowel in Japan als internationaal veel lof gekregen en zijn tegenwoordig nog steeds populair onder kinderen en volwassenen. Miyazaki heeft zijn succes als animator niet alleen te danken aan zijn onuitputtelijke toewijding aan het tekenen van expressieve beelden, maar ook aan zijn fijngevoeligheid voor de emotionele belevingswereld van kinderen. Als oprichter van zijn eigen animatiestudio Studio Ghibli heeft hij de vrijheid kunnen nemen om een eigen werkmethode te ontwikkelen voor het maken van animatiefilms. Miyazaki wil met zijn films de kijkers laten ontsnappen aan stress en drukte door hen positieve emoties te laten herontdekken en een gevoel van verbinding en vertrouwen in de eerlijkheid van mensen op te wekken. Hij hoopt dat de kijker daardoor na de film met een verfrist gevoel van optimisme terug naar zijn dagelijkse routines zal gaan. Miyazaki heeft een sterke mening over hoe mooie animatie gemaakt moet worden en zijn visie kan het beste uitgelegd worden aan de hand van zijn favoriete auto.

Miyazaki’s Citroën 2CV
De Citroën 2CV is een Franse auto die tussen 1948 en 1990 gefabriceerd werd. Het was een kleine, goedkope auto geproduceerd voor de gewone burgerij. Miyazaki kocht aan het begin van zijn carrière een van de allereerste modellen en werd snel smoorverliefd op zijn auto. Wat het rijden in de 2CV voor hem zo’n groot avontuur maakt, is niet het aantal paardenkracht (maximaal 65 kilometer per uur) of het comfort (geen airco) dat de auto bezit, maar juist het gebrek eraan. Het geeft hem een enorme kick om met zijn rammelende bak te proberen de andere auto’s bij te houden op de snelweg. Of met zijn familie de auto juichend aan te moedigen om sputterend de berg op te rijden. De auto heeft volgens hem een eigen karakter.

Miyazaki ziet de kracht en het comfort van luxe auto’s als iets saais dat juist het plezier van het autorijden wegneemt. Voor hem is het gevoel van de kou die tussen de kieren van de ramen naar binnen waait en de spanning van een berg oprijden precies wat de trip tot een avontuur maakt. Net zoals zijn Citroën, hebben de fantasiemachines in Miyazaki’s films daarom altijd een eigen persoonlijkheid. De vliegtuigpiloten voelen de wind vanuit hun cockpit en klimmen tijdens het vliegen regelmatig een vleugel op om de motor te repareren; de enorme luchtballonnen in zijn films hebben rotorbladen op de vreemdste plekken en lijken haast op vliegende vissen of insecten. Geen machine in Miyazaki’s wereld is perfect en dit geeft hem de mogelijkheid om de adrenaline van het reizen aan de hand van beweging en natuurelementen zoals wind en regen op een visueel indrukwekkende manier te benadrukken.

Hoewel de hoofdrolspelers in zijn films echter niet de voertuigen, maar de mensen en fantasiefiguren zijn, beeldt Miyazaki ook hun charme op een fijngevoelige manier uit. Hij benadrukt de persoonlijkheid van elk personage met elk klein gebaar dat het maakt. In Spirited Away, bijvoorbeeld, is de hoofdpersoon een jong meisje, dat na het veters strikken telkens nog even de punt van haar schoenen tegen de grond tikt om de voet beter in de schoen te laten passen. Ook de manier van lopen of rennen verschilt per personage en moment. De fantasiefiguren in Miyazaki’s films gedragen zich ook niet als mensen, maar denken vanuit hun eigen mysterieuze belevingswereld. Hoewel het in de films vaak moeilijk is voor de kijker om te doorgronden wat ze denken, weet Miyazaki dat zelf heel goed. Een van de hoofdpersonages in de film My Neighbour Totoro, Satsuki, leent een Totoro (een gigantische, vriendelijke bosgeest) bijvoorbeeld een paraplu, omdat het regent. Miyazaki vertelt dat de Totoro het concept ‘lenen’ helemaal niet kent. In plaats van de paraplu later terug te geven aan Satsuki, bedankt de Totoro haar daarom met een handvol eikels. Dergelijke details vallen niet altijd op en drijven de plot niet per se voort, maar maken de personages en de wereld waarin ze zich bevinden wel veel geloofwaardiger. 

Hij benadrukt de persoonlijkheid van elk personage met elk klein gebaar dat het maakt

Eerst de schets en daarna de tekst
Een van de meest unieke aspecten van Miyazaki’s werkmethode is de manier waarop hij een verhaal opbouwt. Normaliter wordt voor het maken van een film eerst een script geschreven, maar Miyazaki begint liever direct met het maken van het storyboard (het storyboard is het verhaal, verteld aan de hand van tekeningen). Zodra de personages, hun onderlinge relaties en de werking van de fantasiewereld voor hem duidelijk zijn, begint hij onmiddellijk met tekenen. De opbouw van het verhaal wordt door zijn collega’s beschreven als een eindeloze improvisatieprestatie. Miyazaki heeft een voorkeur voor deze werkmethode, omdat hij dan direct kan zien of een idee ook daadwerkelijk op beeld werkt. Zijn ervaring met scenario’s is namelijk dat wat op papier werkt, meestal anders overkomt op beeld. Elk beeld moet expressief zijn, want daarin zitten volgens hem de emoties. 

Hij laat ook het liefst zijn onderbewustzijn bepalen hoe een verhaal verloopt. Miyazaki gelooft dat het opstellen van een verhaal waarin alle gebeurtenissen op causale wijze met elkaar verbonden zijn, niet per se emotionerende momenten creëert. Het brein kan rationeel denken, zegt hij, maar in de kern is de mens een emotioneel wezen en emoties volgen niet het strikt rationele pad van een homo economicus. Miyazaki verplaatst zich volledig in zijn personages om vanuit hun standpunt, waarden en drijfveren te redeneren en probeert daarna pas logica als een pleister te gebruiken om het verhaal als een coherent geheel te laten voelen. Hij ziet enige discontinuïteit of onopgeloste verhalendraden ook niet als een dealbreaker: zolang de kijker maar emotioneel geraakt wordt.

Miyazaki gelooft dat het opstellen van een verhaal waarin alle gebeurtenissen op causale wijze met elkaar verbonden zijn, niet per se emotionerende momenten creëert

Conclusie
Door zijn oog voor detail en zijn storyboard-gedreven werkmethode heeft Miyazaki bijzonder mooie films kunnen maken. Zijn vermogen om de interne wereld van zijn geanimeerde personages oprecht te laten voelen is zelden overtroffen. Wat zijn werk ook heilzaam maakt, is dat hij met zijn films de kijker niet wil ontmoedigen met pessimistische verhalen over de ondergang van de wereld, maar liever wil aansporen tot het leiden van een leuk en gezond leven. In plaats van bijvoorbeeld een film te maken over hoe de aarde vernietigd zal worden door milieuvervuiling en de opwarming van de aarde, wekt hij door middel van films als My Neighbour Totoro waardering op voor de natuur en spoort hij kinderen aan op zoek te gaan naar Totoro’s in het bos. De obstakels die zijn personages moeten overwinnen, zoals Miyazaki dat moet doen met zijn Citroën, zijn voor hem de ontberingen die het leven een avontuur maken.

Plaats een reactie