Tekst /// Rinke van der Veen Beeld /// Bob Foulidis
Wanneer ik dit schrijf is het een paar dagen geleden dat storm Poly over Nederland trok. Door het KNMI benoemd als een van de zwaarste stormen die Nederland in de afgelopen vijftig jaar heeft gekend. Zelf was ik tijdens de storm niet in Nederland, maar wel werd ik via familie, vrienden en sociale media op de hoogte gehouden over de schade die de storm aanrichtte. Spullen los en vast vlogen door de lucht: de uiteindelijke schade was enorm. Net zoals bij eerdere zware stormen, waren er ook nu weer veel beelden van omgevallen bomen. Doorgaans staan dit soort foto’s niet veel onder de publieke aandacht, maar na een zware storm gaan er vele beelden in de rondte van bomen die op straten, auto’s en huizen zijn beland. Zowel de enorme kracht die het kost om een boom van zijn plaats te krijgen als de schade die hierdoor veroorzaakt kan worden, blijken een bijzonder aanzicht. Eens kwam ik zelf ook een boom tegen die door een storm was geveld. Ik vertel graag het verhaal waarom deze boom gedenkwaardig voor mij is en waarom ik er een enorme schoonheid in vond.
In Haarlem, de stad waar ik ben opgegroeid, lag ongeveer een jaar geleden een omgevallen boom. Hij lag in het park achter het treinstation: een slachtoffer van de storm die de dag ervoor was overgetrokken. Alhoewel de andere bomen in het park identiek leken, had alleen deze zich overgegeven aan de hevige windvlagen. Ik was onder de indruk van het aanzicht. Aan de grootte te zien, moest deze boom minstens vijftig jaar oud zijn, zo niet meer. Hij lag gestrekt, met de stam op het droge en zijn takken in het water. Aangezien er verder weinig rondom de boom stond, leek de schade van zijn val beperkt. Die dag waren ze in de stad nog bezig om de schade van de storm op te ruimen. Toen ik wegfietste, bedacht ik me dat dit dan ook de laatste keer zou zijn dat ik dit aanzicht zou zien.
Een week later fietste ik weer langs dezelfde plek en zag dat de boom nog niet was weggehaald. Aangezien hij de doorgang van het vele vaarverkeer over de singel blokkeerde, ging ik ervan uit dat hij al snel zou worden weggehaald, maar niets bleek minder waar. Hij was, samen met de afgevallen bladeren die zich om hem heen hadden verzameld, achtergelaten als restant van de storm.
Toentertijd reisde ik regelmatig van Amsterdam naar Haarlem voor vrienden of familie. Maar wanneer ik in de gelegenheid was, ging ik even achter het station kijken of de boom nog op dezelfde plek lag. Telkens als ik hier kwam, leek er weer iets veranderd te zijn. In het begin was hij nog vol bladeren en hadden de losgerukte wortels een groot gat achtergelaten in de grond. Later waren alleen nog de dorre takken over en had het gat zichzelf inmiddels weer opgevuld. Op een bepaald moment waren er in het water zelfs boeien om de takken van de boom gelegd om aan te geven dat de boten er maar omheen moesten varen om hun tocht te vervolgen. De omgevallen boom begon onderdeel te worden van het landschap en daar zelfs meer ruimte in op te eisen dan hij als staande boom ooit had gekund. In zijn tweede leven maakte hij dan ook nog verschillende seizoenen mee. Zo verloren de bomen om hem heen in de herfst hun bladeren en lag de boom nog altijd daar, ’s winters bedolven onder een witte sneeuwlaag.
De omgevallen boom begon onderdeel te worden van het landschap en daar zelfs meer ruimte in op te eisen dan hij als staande boom ooit had gekund.
Na een tijdje ging ik minder vaak kijken en toen ik op een dag weer langs fietste, lag de boom er niet meer. Eindelijk was het besluit genomen om hem dan nu toch echt weg te halen. Hiermee hield mijn belangstelling voor deze boom echter niet op. Teleurgesteld dat hij was weggehaald, begon ik mij af te vragen waarom ik zo geboeid was geraakt door dit voorval. Wat was het aan een omgevallen boom dat ik zo bijzonder vond?
Hij deed me denken aan mijn persoonlijke relaties met vrienden en familie. Elke keer als ik langskwam, zag ik hoe hij was veranderd tijdens mijn afwezigheid. Hoe langer ik wegbleef, des te meer veranderingen hadden er plaatsgevonden. Je wist nooit hoe lang de boom zou blijven liggen, maar elke keer was ik weer blij om hem tegen te komen.
Hij deed me ook denken aan mijn relatie met het niet-menselijke. Zelf ben ik tot nu toe weinig omgevallen bomen tegengekomen. Het gebeurt ook niet vaak dat een boom zomaar omvalt. In tegenstelling tot mensen, ondergaan bomen geen fysiologische veroudering en kunnen ze niet doodgaan aan de gevolgen van ouderdom. Ze kunnen alleen doodgaan door omgevingsomstandigheden zoals voedselgebrek, droogte of juist een hoge waterstand. Verslechterde omgevingsomstandigheden verhogen het risico dat bomen kunnen omvallen. Met name als de wind er tijdens een storm met enorme kracht tegenaan waait. Dit was waarschijnlijk gebeurd met de omgevallen boom die ik was tegengekomen. Maar naast het feit dat het niet al te vaak voorkomt, is er nog een andere belangrijke reden waarom de mogelijkheid de omgevallen boom normaliter tegen te komen erg klein is. Dit heeft namelijk te maken met hoe de mens reageert als bomen omvallen.
De omgevallen boom in mijn verhaal was voor langere tijd laten liggen, terwijl omgewaaide bomen in het algemeen al snel weg worden gehaald. Vooral als ze het dagelijks leven van de mens in de weg liggen. Het omvallen van een boom is een natuurlijk proces en wij kiezen ervoor om voorrang te geven aan de menselijke functionaliteit. Tot een bepaalde hoogte is het geheel begrijpelijk om bomen niet overal in de weg te laten liggen ten gunste van het natuurlijke proces. Maar wanneer ligt een boom in de weg? En welke invloed heeft het weghalen ervan op mijn begrip van de natuurlijke werking van een bos (of hetgeen waar stadsmensen zoals ik naar zouden refereren als de natuur)?
Het weghalen van omgevallen bomen is voor mij een kenmerk van een antropocentrische denkwijze, waarin wij als mens op kunstmatige manier onze relatie met de natuur in stand proberen te houden. Dit gebeurt niet alleen in steden: ook in bossen worden omgevallen bomen vaak snel weer opgeruimd. In een artikel van 25 februari 2022 van BNNVARA pleit ecoloog Patrick Jansen er dan ook voor om omgevallen bomen juist te laten liggen: ‘Dood hout is immers ontzettend belangrijk voor de biodiversiteit: bijna de helft van de aan bos gebonden soorten is er van afhankelijk.’
Het weghalen van omgevallen bomen is voor mij een kenmerk van een antropocentrische denkwijze, waarin wij als mens op kunstmatige manier onze relatie met de natuur in stand proberen te houden
Zo blijkt dat de omgevallen boom tot nu toe nog niet tot het landschapsdenkbeeld van de stad en het bos behoort, maar misschien wordt het tijd om hier een nieuw perspectief op los te laten. Een die hem niet alleen ziet als een onbruikbaar stuk hout, dat het leven van de mens alleen maar zou belemmeren, maar die ook kijkt naar wat de omgevallen boom allemaal te bieden heeft voor de omgeving. Aldus het belang voor de biodiversiteit, maar ook kan het laten liggen van de omgevallen boom ons leren meer bewust met de natuur om te gaan. De omgevallen boom heeft mij in ieder geval nieuwe inzichten gebracht met betrekking tot mijn relaties met mensen en de omgeving om mij heen. En elke keer als ik nu een omgevallen boom tegenkom, zie ik deze ook als toevoeging op in plaats van verstoring van de omgeving.
