Tekst /// Jens van der Weide Beeld /// Winonah van den Bosch en Bert Slenders
Ik ben niet heel vaak meer onder de indruk van technologische hoogstandjes. Vroeger kon ik grenzeloos betoverd zijn door raketten die de hemel in werden getorpedeerd of auto’s die zonder bestuurder de weg op gingen. Misschien hebben ruimtecowboy Jeff Bezos en technonarcist Elon Musk mijn technofilie wat doen bedaren. Misschien ben ik er simpelweg uitgegroeid. Toch werd mijn kinderlijke fascinatie deze zomer weer aangewakkerd. Het internet werd overspoeld door fantasierijke afbeeldingen, niet gemaakt door mensen, maar door computers. Kunstmatige intelligentie (doorgaans AI of artificial intelligence) kan tegenwoordig met een druk op de knop elk beeld van je fantasie verwezenlijken. Hebben we het met deze new kid on the block over een revolutie in de kunstwereld of is met deze robotkunst de doos van Pandora geopend?
Voor de lezers die het gemist hebben: op internet vind je sinds een paar maanden een handjevol AI image generators. De meesten zijn gratis en simpel in gebruik: je voert wat woorden in zoals ‘paarse kikker met een fedora’ en een kleine minuut later staat er een lila maffiakikker op je beeldscherm. Niet van Google geplukt, maar door een algoritme geknutseld. De prompt die je invoert kan alles zijn wat je wil, van object tot landschap en van kleur tot kunststijl. Zelfs aan complexe emoties geeft het algoritme zijn eigen visuele draai. De mogelijkheden worden, in mijn eigen ervaring, meer beperkt door de reikwijdte van mijn spontane fantasie dan door het computerprogramma zelf. De plaatjes die ik tevoorschijn tover zijn vaak prachtig om te zien, zeker als ze gemaakt zijn met de verder ontwikkelde programma’s als Dall-E – een portmanteau van Wall-E en Dalí.
Sommige afbeeldingen komen regelrecht uit een goedkope horrorfilm gewandeld, maar zelfs met de meest fascinerende creaties lopen de Bladerunner-achtige rillingen toch wel een klein beetje over je rug als je je realiseert dat een algoritme zoiets kan maken
Dat geldt niet voor alle afbeeldingen. De onmenselijkheid van een algoritme komt duidelijk naar voren als de chihuahua meer lijkt op een natgeregend rozijnenkoekje. Ook de groteske afbeelding van een vrouw die met zes vingers te veel een ijsje aan het eten is mist toch een menselijke maat. Openbare image generators zoals Dall-E hebben gelukkig wel ingebouwde technieken om opzettelijk aanstootgevend beeldmateriaal te filteren, maar een afbeelding van een zestienvingerige vrouw wordt met trots gepresenteerd omdat de algoritmes niet beter weten. Gelukkig beperken deze uitglijders zich tot quirky foutjes die eerder lachwekkend dan angstaanjagend zijn. Als je gaat spelen met een van de generators – ik kan het aanraden om Dall-E zelf uit te proberen – zal je een verbindende factor zien in de verschillende afbeeldingen. Wat de mooie en minder mooie resultaten namelijk gemeen hebben is een soort unheimisch aura. Sommige resultaten komen regelrecht uit een goedkope horrorfilm gewandeld, maar zelfs met de meest fascinerende creaties lopen de Bladerunner-achtige rillingen toch wel een klein beetje over je rug als je je realiseert dat een algoritme zoiets kan maken. Is creativiteit dan niet meer slechts iets menselijks?
Gortdroge wiskunde
Zo’n vaart loopt het nog niet. De afbeeldingen zijn geen resultaat van robotcreativiteit, maar van gortdroge wiskunde. Een AI-algoritme is een enigmatisch computerprogramma wat zichzelf ‘traint’ door middel van een enorme hoeveelheid data, wat in jargon ook wel machine learning wordt genoemd. In het geval van image generators bestaat een dataset uit miljoenen tot miljarden afbeeldingen met een bijbehorend onderschrift, vaak uit alle hoeken van het internet verzameld. Het algoritme leert daarmee zichzelf bijvoorbeeld wat de kleur paars is en hoe een kikker eruit ziet, en kan deze vervolgens met een hoop wiskundige tovenarij samenvoegen tot een originele afbeelding. Het leren is in de kern vergelijkbaar met een peuter die stapsgewijs de wereld ontdekt, maar daar houdt de menselijke vergelijking ook wel op. Waar een kind uiteindelijk ook een genuanceerd oordeelsvermogen ontwikkelt over wat mooi of wenselijk is, ontbreekt dit bij een algoritme. Bovendien hangt wat een algoritme leert en produceert volledig af van wat de dataset te bieden heeft.
Hoewel het gebruiksgemak een gemiddelde Facebookmoeder toegang geeft tot een uniek archief van kleurrijke kattenplaatjes, kan het maken van AI-afbeeldingen ook verder gaan dan simpele prompts
‘Art is dead, dude. It’s over. AI won. Humans lost’, sprak Jason Allen toen hij begin september een kunstwedstrijd won met zijn kunstwerk getiteld Théâtre D’Opéra Spatial. Allens kunstwerk was gegenereerd met Midjourney, een collega van Dall-E. De winst is een voorbeeld van hoe overtuigend de afbeeldingen kunnen zijn, maar vooral ook hoe frustrerend. Ondanks de gevoelloosheid en het gebrek aan creativiteit wist het algoritme de jury te overtuigen. Althans, Allen wist met het werk van het algoritme de jury te overtuigen. Precies daar zit ook de zere plek, want wie heeft de kunst eigenlijk gemaakt? Mogelijke antwoorden zijn: de promptauteur, de algoritme-ingenieurs of – de spannendste optie – het algoritme zelf. De laatstgenoemde opent een filosofische discussie die ik hier niet durf te starten en de tweede optie lijkt ook vergezocht. Dan toch de persoon die maar een paar woorden heeft ingetypt?
Creatiever dan je denkt
De frustratie zakt een beetje als we ons realiseren dat het maken van AI-kunst creatiever kan zijn dan we in eerste instantie denken. Hoewel het gebruiksgemak een gemiddelde Facebookmoeder toegang geeft tot een uniek archief van kleurrijke kattenplaatjes, kan het maken van AI-afbeeldingen ook verder gaan dan simpele prompts. De technisch onderlegde kunstenaar kan het algoritme bijvoorbeeld als een artistiek medium gebruiken door zelf zijn dataset samenstellen. Het Franse kunstcollectief Obvious heeft recent, als een van de eersten, een AI-expositie geopend in galerie Danysz in Parijs. Het had al in 2018 het allereerste AI-portret gegenereerd met de vlotte titel: 𝒎𝒊𝒏 𝑮 𝒎𝒂𝒙 𝑫 𝔼𝒙 [𝒍𝒐𝒈 𝑫 (𝒙))] + 𝔼𝒛 [𝒍𝒐𝒈(𝟏 − 𝑫(𝑮(𝒛)))], Portrait of Edmond de Belamy. Dit portret is gecreëerd door een dataset samen te stellen, bestaande uit 15.000 geschilderde portretten uit de afgelopen eeuwen. Het maken van AI-kunst is op deze manier niet achterover leunen en de computer het werk laten doen. Het heeft meer weg van het maken van een kunstcollage of een muzieknummer op basis van samples. Obvious’ moeite werd ook beloond, overigens, met een opbrengst van $ 432.500 op de veiling.
Artiesten als Sougwen Chung hebben het raakvlak gevonden tussen kunstmatige en menselijke intelligentie en combineren ‘made by hand’ met ‘made by machine’ tot dromerige tekeningen en indrukwekkende kunstinstallaties
Na Obvious hebben ook anderen de potentie van AI-generators gezien. Talloze mensen zijn al bezig met hun eigen collectie gegenereerde kunst en presenteren deze op sociale media. Prompt engineering is een nieuwe discipline geworden, waarbij mensen alinealange prompts door het algoritme halen en zo tot in de kleinste details de uitkomst kunnen beheersen. Artiesten als Sougwen Chung hebben het raakvlak gevonden tussen kunstmatige en menselijke intelligentie. Chung combineert ‘made by hand’ met ‘made by machine’ tot dromerige tekeningen en indrukwekkende kunstinstallaties. In de mode-industrie worden algoritmes gebruikt om nieuwe, nog niet bestaande outfits te genereren. Je kunt zelfs op basis van je eigen voorkeuren al het hele interieur van je nieuwe huis voor je neus toveren zonder dat daar een architect aan te pas komt. En natuurlijk zit er ook een AI-video generator in de pijplijn. Een nieuwe toepassing is waarschijnlijk al bedacht in de tijd dat je dit stuk leest, zo rap gaat het.
De menselijke factor
Deze snelle ontwikkelingen lijken allemaal rooskleurig totdat we beseffen dat ‘probleemloos’ en ‘nieuwe technologie’ niet goed samengaan. Zo blijkt helaas ook met AI-kunst. Voor de hand liggend is de vraag hoe het zich verhoudt tot de meer menselijke kunstenaars onder ons. Sommige AI-modellen kunnen originele afbeeldingen produceren ‘in de stijl van…’ die voor het ongetrainde oog niet te onderscheiden zijn van het echte werk. Met Picasso is het allemaal leuk en aardig, maar als de stijl van huidige kunstenaars klakkeloos wordt overgenomen zitten we met een nieuwe vorm van plagiaat. Het werk van de in oktober overleden striptekenaar Kim Jung Gi werd, met alle goede bedoelingen van dien, door de machine gehaald om een ‘nieuwe’ interpretatie te geven van zijn werk. De resultaten waren tekeningen die nauwelijks te onderscheiden waren van het echte werk én collectieve verontwaardiging. ‘Artists are not just a “style.” They’re not a product. They’re a breathing, experiencing person that learns and feels and grows’, luidde de kritiek van cartoonist Kori Michele. Hoewel de intentie in dit geval goed was, blijft de vraag of je zomaar iemands werk door een algoritme mag halen om zo ‘nieuwe’ kunst te maken. Zetten we daarmee hardwerkende kunstenaars niet buitenspel?
AI-technologie wordt toegankelijker, helaas ook voor kwaadgezinden
De menselijke factor lijkt voor velen een doorslaggevend criterium te zijn in de kwestie ‘goede kunst’, en dient tegelijk als goed argument tegen het vervangen van kunstenaars door AI. Maar zelfs als we de kwesties rondom de kunstenaars aan de kant zetten zijn er nog genoeg ethische kwesties waar we ons over moeten buigen. Hoewel AI ‘voor zichzelf denkt’, reflecteert zij haar menselijke maker. In een NRC-column (14 november) merkte schrijver Ernst-Jan Pfauth terecht op dat er bij het maken en verspreiden van AI-kunst beperkt toezicht is. Een persoon kan een zelfgeknutseld algoritme trainen met een serie foto’s van een echt persoon en zo deze persoon plaatsen in elke afbeelding die hij maar wil, met alle gevolgen van dien. AI-technologie wordt toegankelijker, helaas ook voor kwaadgezinden.
Hardnekkige stereotypering
Ook als de intentie van de gebruiker wel goed is houden de problemen nog niet op. AI is notoir voor haar bias, de technische term voor ‘bevooroordeeld zijn’. De film Coded Bias van MIT-onderzoekster Joy Buolamwini illustreert dit probleem. In deze film gaat Buolamwini de strijd aan met AI-discriminatie nadat zij zag dat een zwarte huidskleur niet herkend werd in gezichtsherkenning. Een van de manifestaties van deze bias in het geval van AI-kunst is hardnekkige stereotypering. Zo worden door Dall-E bij prompts als nurse en flightattendant steevast vrouwen gegenereerd, en bij lawyer en construction worker mannen. Een AI-model kan niet verder denken dan zijn dataset, hetgeen gemaakt wordt door ons mensen. Daarbij kan het niet bepalen of de uitkomsten wenselijk zijn. Wat blijkt is dat de grootste problemen met AI-kunst, en AI in het algemeen, van menselijke aard zijn. Dat geeft ons – als we het even positief bekijken – wel weer nieuwe inzichten in ons eigen doen. De techneuten achter de image generators zijn hard aan het sleutelen aan oplossingen voor dergelijke problemen, maar duidelijk is dat ze verder reiken dan slechts een bug in het algoritme.
Wat blijkt is dat de grootste problemen met AI-kunst, en AI in het algemeen, van menselijke aard zijn
Kunstmatige intelligentie toont zich daarmee een even veelbelovende als problematische nieuwe speler in de kunstwereld. Anders dan de kunstpurist zal betogen schat ik de kans groot dat het als artistiek medium een hoop deuren in de kunstwereld zal openen. Breken met kunsttradities om de kunstwereld uit te breiden is immers een traditie op zich, denk maar aan de fotocamera of de computer. Belangrijk is wel dat we onze collectieve technofilie moeten bedaren. Als we AI tot een waardevolle toevoeging aan de kunstwereld willen maken, is er nog flink wat werk te doen. Menselijk werk, welteverstaan.